Ik heb me onlangs, op de wegen van Vlaanderen, aan vrienden laten ontvallen dat een groot moment in mijn leven de dag is geweest dat ik met Pierre H., architect en vriend, ‘la Madeleine’ in Vézelay heb bezocht; dat we, binnen komende in de nartex, met verbazing hebben opgekeken naar wat Georges Duby noemt, ‘de meest majestueuze figuur van de levende Christus die het christendom ooit heeft voortgebracht’, verrast als we waren in het bijzonder door de twee, zeer duidelijk zichtbare spiralen - de spiraal zijnde het symbool van het eeuwige leven - gebeiteld in het kleed van Christus, ter hoogte én van de linkerknie én van de rechterdij. Ook viel het ons op dat het kruis, ten dele zichtbaar achter het hoofd-in-nimbus van Christus, eerder de pentagram-vorm van de druïde had dan een kruis-vorm want de twee horizontale lijnen van het kruis lopen niet perfect horizontaal maar eerder licht naar omhoog gericht, zodat het lijkt dat het kruis, deels verborgen achter het hoofd van Christus, er een is met vijf armen.
De Christus van Vézelay is geen gekruisigde – ik las dat er geen enkele afbeelding van een gekruisigde Christus aanwezig was in de kerk van Vézelay - maar een Christus die ons wenkt, ons uitnodigt en ons opneemt. En de kerk zelf is een uitnodiging, een wondere ruimte: een immense soberheid van licht en rust, met in het oosten, lijk een gebed, de blanke schittering van het later herbouwde gotische koor.
Zo, we waren als pelgrims naar Vézelay gegaan en niet naar Rome waar het Onnoembare een naam heeft en aangekleed wordt. Maar hier was het ons duidelijk dat de geest van ‘la Madeleine’ tot in de kleurwisseling van de stenen, zuiver oosters was. Maria-Magdalena was immers voor de Orthodoxen, de vrouwelijke apostel die Christus vergezelde en, was zij niet de discipel die Christus ‘het meest beminde’ waarover Johannes het heeft in zijn Laatste Avondmaal?.
En als ik deze morgen terugdacht aan Vézelay en dit in verband met de Jezus van Thomas, waar ik het gisteren over had, dan is het omdat ik daar de Jezus heb ontmoet, een zich openende Jezus, zonder regels, voorwaarden of vereisten, een Jezus van het grote leven. En het zijn de meester-bouwers en beeldhouwers, vooral dan deze van de nartex en de kapitelen, en al degenen die gewerkt hebben aan het concept van ‘la Madeleine’ - en hierbij mag zeker Viollet-le-Duc niet vergeten worden - die ons een magistrale synthese hebben nagelaten van de Keltische traditie, ingebed in een gnostisch getinte christelijke religie.
|