In een vrije ruimte, samengehouden door het woord, hebben we het landschap van de geest bewandeld, uitgepluisd en bewierookt. Hebben we de psyché van de mens ten toon gespreid in een grote openheid van schakeringen tot van kleuren toe, gedebatteerd in een ‘flow’ van samenhorigheid, al kenden we noch wie de anderen waren, noch wie de anderen wensen te tonen wie ze waren, een bos van bomen gelijk en ons gesprek het geruis van de wind in de kruinen.
We zijn van ver gekomen en kruipen dichter bij met elk woord dat gesproken wordt; we hadden, hoogdravend als we zijn, ons kunnen ergeren aan het onderwerp, maar in filosofische termen uitgedrukt bracht het ons dichter tot elkaar.
Sluit de deuren, geef ons de tijd en we worden één en wie ons verleidde is de filosofie, het aftasten van begrippen tot het begrip ‘ergernis’ toe, al vergde het enig geduld om een gemeenschappelijke golflengte te vinden, maar die kwam er, eens gedirigeerd door een sobere maar effectieve moderator.
En het oude spreekwoord dat Ernst Jünger mij bijbracht, ‘Meine Geduld hat Ursach’, voerde me binnen in een wolk van woorden die als tekeningen van gedachten waren opgehangen tegen de wanden van de levende gezichten in een kring om elkaar en in elkaar gebogen.
Wat ik nu wel weet is dat het goed is over ergernis een uur of meer in groep te spreken, om daarna uit het bad te komen, op te staan, de hand te drukken en weg te wandelen om mee te nemen, eens nuchter bekeken, dat zich ergeren weinig zin heeft, geen aarde aan de dijk brengt, energieverlies is meer dan tijdverlies.
Als ik me geërgerd zou kunnen gevoeld hebben dan was het aan gedachten van mezelf die zich op een gegeven ogenblik de vraag hebben gesteld, ‘eigenlijk, wat zit je hier te doen, je hebt nog een blog te schrijven?’
Maar in het leven is niets overbodig, alles, zelfs het geringste, heeft zijn zin en betekenis, alles is oorzaak van wat volgt. Conclusie van de avond: ‘Karel, erger je niet, erger je nooit meer, zelfs niet aan hen die onverzorgd, ongeschoren op het scherm verschijnen, ofwel weten ze het niet beter, ofwel doen ze het precies om de kijker te pesten – hopelijk niet om hun minderwaardigheidsgevoel te verbergen - sluit de ogen en beoordeel hen op wat ze te zeggen hebben, zelfs al slik je hun woorden niet, we staan nog maar, waar we als homo sapiens aangekomen zijn, in een beginstadium.
PS.
Ik zocht in mijn blogs van 2014 naar de woorden ‘ergernis’, ‘ergeren’, ‘ergert me’. Niet een keer heb ik deze gebruikt, om de eenvoudige reden dat ik meer met me zelf ben bezig geweest dan met de anderen, ook dat ik niets verkeerd heb gezegd van de anderen.
Moraliteit: ergernis, vergeet het.
|