Ze dalen af langs een pad in de rotswand en komen in de zevende hellecirkel waar ze worden opgewacht door de minotaurus, het monster geboren uit een houten koe[1]. Dante, onderlegd als hij is in de mythologie die voor hem, schijnbaar althans, de geschiedenis van de Oudheid is - zoals dit was voor allen in zijn tijd wellicht - herinnert in enkele verzen aan de geschiedenis van Ariadne, dochter van Paesifae en Minos en zuster van de minotaurus, en van Theseus, zoon van de koning van Athene, verliefd op Ariadne. Theseus waagde zich in het labyrint, waar de minotaurus zich verborgen hield en slaagde erin deze te doden en terug te keren uit het labyrint, dankzij de draad die Ariadne hem meegegeven had.
Dante en Vergilius lukken erin voorbij de minotaurus te komen en dalen verder de rotswand af. Het is de weg die Vergilius vroeger was afgedaald maar die, ingevolge de aardbeving op het ogenblik van de dood van Christus en dezes bezoek aan de Hel, grotendeels was verbrokkeld en verwoest. Vergilius vraagt Dante neer te kijken in het dal want ze naderen de stroom van kokend bloed, de Phlegeton, waarin de zielen zich bevinden van de tirannen en geweldenaars. De bloedstroom omcirkelt de vlakte waar minotauren, half mens, half paard, gewapend met pijl en boog ronddraven. Een film-landschap bijna dat ik me tracht in te beelden.
Dante schijnt hier nood aan bladvulling te hebben en bewijst hier eens te meer hoe goed hij de literatuur van zijn tijd kent, en dan vooral de verhalen uit de mythologie waarmee hij zijn Hel kan bevolken. Het is Chiron, de leider van de minotauren die opdracht geeft aan Nessus, een andere minotaur, om Dante en Vergilius te vergezellen tot een plaats waar de Phlegeton doorwaadbaar is. Onderweg vertelt Nessus welke tirannen er zich in de stroom bevinden met vooraf, Alexander (de Grote?) en de wrede Dionysius uit Sicilië. En gekomen bij een groep die tot aan hun keel in het bloed drijven haalt Nessus er een uit die in de schoot van God, het hart trof dat nog steeds aan de Thames wordt vereerd.[2]
Hij bedoelt hier de graaf Guido de Montfort die Arrigo, kozijn van koning Edouard van Engeland vermoordde. Op bevel van deze laatste werd het hart van de overledene geborgen in een kelk en geplaatst in de Westminster Abdij.[1] . Dante ziet er andere die met hun ganse borst boven de bloedstroom uitsteken en, zegt hij, van hen herken ik er velen die hij echter niet bij name noemt.
Zouden onder hen niet de moordenaars zijn geweest van Thomas Becket, aartsbisschop van Canterbury, wiens dood vereeuwigd werd door T.S.Eliot, een schrijver die ik evenmin vergeten zal en die Thomas zeggen laat:
We do not know very much of the future Except that from generation to generation The same things happen again and again. Men learn little from others experience. But in the life of one man, never the same time returns.
Had je niet beter oog gehad voor Murder in the Cathedral, zal mijn vriend, een groot amateur toneelspeler als hij is, zeggen tot mij? Want hij zal ook gelezen hebben op zelfde pagina:
Spring has come in winter. Snow in the branches Shall float as sweet as blossoms. Ice along the ditches Mirror the sunlight. Love in the orchard Send the sap shooting. Mirth matches melancholy.
En nog, nu ik toch de eerste paginas aan het doorbladeren ben, een zin die ook Dante had kunnen schrijven, en als hij deze niet zou geschreven hebben, woorden toch die ook zijn gedachten zijn: Destiny waits in the hand of God, not in the hands of statesmen.
Zo, van Dante tot Eliot is maar een knop die ik omdraai. Wat een wereld waarin ik leven kan als ik me maar afsluit, oor noch oog open houd voor wat er gebeurt in de wereld, te lang om op te sommen te afschuwelijk om er bij stil te staan, maar geladen met een dreiging zonder weerga. Zoals vandaag, de westerse wereld en diep in mij, getroffen door mijn afschuw voor de mens die doodt out of pleasure, of diezichzelf uiteenrijt om te kunnen doden.
Van dergelijke bezetenen spaar ons Allah.
[1] De minotaurus geboren uit de paring van Paesifae, de vrouw van koning Minos van Kreta die zich in een houten koe had verborgen, met een stier. [2]
Colui fésse, in grembo a Dio lo cor / che in su Tamigi ancor si cola. (canto XII: 119-120)1 (Ѐ il conte Guido di Montfort, che ammazzò Arrigo, cugino di re Edoardo dInghilterra. Per ordine de quest ultimo il cuore dellucciso fu posto in un calice doro nellabbazia di Westminster (L. Magugliani, pag.100).Zou Dante dan toch in Engeland zijn geweest?
|