si che il piè fermo sempre era il più basso
Dante gaat de heuvel op, niet zoals elk van ons, maar si che il piè fermo sempre era il più basso zo dat de stevige voet steeds de laagste is. Dit betekent een voet vooruit en de andere die niet hoger wordt gezet maar er naast wordt geplaatst, dus zoals iemand met een pijnlijke knie, zoals ik. Van de vertalingen in mijn bezit schijnt niemand hier een probleem mee te hebben. Zo vertaalt Van Dooren: zo dat de staande voet steeds de laagste is; vertaalt Portier: le pied qui pesait était le plus bas; vertaalt Sayers: the fixed foot allways the lower[1]. Niemand heeft het nodig te weten of het de linker- of de rechtervoet is, of het steeds dezelfde is of een wisselende voet is. Anderen hebben zich afgevraagd, waarom Dante deze precisering heeft ingebracht en, welke voet il piè fermo was, de linkse of de rechtse? André Pézard[2] preciseert de voet. Hij vertaalt in het oud-Frans: toujours tenant plus bas le pied senestre. Hij steunt zich hierbij op een zin van de Heilige Albert de Grote: pes sinister stabilior et firmior est altero. Ik denk echter dat de Latijnse zin, aangehaald door Pézard: pes sinister est stabilior et pes firmior est altero, vertaald moet worden als: de linkervoet is de stabiliserende, de andere(de rechtervoet dus) is de stevige, de steunende voet, en dat dus il pié fermo de rechtervoet is. Nu, Dante zou Dante niet zijn indien hij ons hiermede niet iets in meer had willen duidelijk maken, namelijk dat het niet afwisselend de linkse voet en daarna de rechtse voet was die de laagste stond wat normaal mag verwacht worden, maar dat het steeds dezelfde voet was. En dan komt onvermijdelijk de vraag, welke betekenis moeten we hier aan geven.
Het is J. Van Dijk[3] geweest die me heeft aangezet om het Inferno van Dante canto na canto op te volgen om te trachten uit zijn verzen de elementen te halen die aanzien kunnen worden als omkleed met een betekenis in meer en duidelijk wijzen in de richting ook vooropgesteld door René Guénon. Zo toont Dante, volgens Van Dijk, in zijn eerste canto duidelijk aan in welke richting hij wil dat zijn verzen ontcijferd worden. En ik herneem hier een deel uit zijn Voorrede daterend van 1919:
Dat Dantes poëem, dat een tocht door de onderwereld beschreef die eindigde in een hemelvaart, gegevens bevatte uit de mysteriën of inwijdingsritualen uit den tijd waarin ze geschreven waren en toen hij las dat aan Dante een reis naar Engeland toegeschreven werd, meende hij (t was toen nog een veronderstelling die op enkele gegevens berustte) dat deze reis van den grooten Florentijn in verband kon staan met het overbrengen van het rituaal der in Dantes tijd opgeheven orde der Tempelridders naar Schotland. t Lag voor de hand zich zekerheid te verschaffen of elementen uit het rituaal van den Schotschen ritus der Vrijmetselarij nog in de Divina Commedia te vinden waren. Dit bleek nu reeds na een oppervlakkige lezing. Het oude paswoord der Schotsche Meesters was Notuma. Had Dante dit woord al of niet gekend was nu de vraag. Was t hem bekend geweest, dan zou hij wel een eereplaats in zijn gedicht hebben aangewezen meende schrijver. Oogenschijnlijk leek het opzoeken van dit woord, dat wel op geborgen wijze zou geschreven zijn, veel op het zoeken van een naald in een hooiberg. Hij sloeg dus den Italiaanschen tekst op en dadelijk zag hij zijn vermoeden bewaarheid. Een acrostichon uit de eerste letters van vers 1, 4, 7, 10, 13, 19 van den eersten zang van het eerste boek samengesteld vormde het gezocht woord of met andere woorden de Divina Commedia opende er mede.
Het Inferno van Dante, opent met een verwijzing naar het geheimwoord uit het rituaal van de Orde der Tempelridders dat door vers 30 van zijn Eerste Canto bekrachtigd wordt met een verwijzing naar het nog steeds bestaande rituaal van de Oude Schotse Ritus waarbij de leerling bij het betreden van de Tempel, telkens de linkervoet eerst verplaatst en de rechter ernaast zet. Of, Il pié fermo sempre era il più basso, betekende dus dat op de stijgenden weg de stevige voet (d.i. de rechter) steeds de laagste stond. Dante begon zijn tocht, deze van zijn initiatie, met een verwijzing naar de Oude Schotse Ritus, met de linkervoet en plaatste er telkens de rechtervoet naast. Gezien de over Notuma, als acrostichon, opgelichte sluier, is het de visie van Van Dijk, die de juiste is want in de huidige Schotse ritus begint de initiatie nog steeds met de linkervoet[4] om daarna de rechtervoet er naast te brengen. Ik lees trouwens de bevestiging van dit ritueel bij Vuillaume in zijn Le Tuileur : de leerling ( le récipiendiaire) in de Schotse ritus begint: trois pas en avant, en partant du pied gauche et en assemblant à chaque pas[5]
Dante, zoals op zovele plaatsen, behelpt zich in zijn vers 30, met een werk van een van de vele schrijvers waarop hij zich regelmatig steunt, zonder dit te vermelden, hier is het Summa de bono van de heilige Albert de Grote, en hij veronderstelt dat zijn (intelectuele!) lezers voldoende weten naar wie verwezen wordt. Voor hem is il piè fermo, pes altero de andere voet , zijnde de rechtse. Pézard daarentegen schijnt zich gebaseerd te hebben op het essay van John Freccero, Dantes firm foot, en voor Freccero ook is, verkeerdelijk, il piè fermo de linkervoet. (zie ook www.dantes firm foot).
Ik heb wat ik hierover te zeggen had tot een minimum, zijnde het essentiële, herleid. Mijn visie steunt hoofdzakelijk én op het werk van Van Dijk én op dit van René Guénon[6] die beweerde dat Dante lid was van de Fede Santa un Tiers-Ordre de filiation templière et ses dignitaires portaient le titre de Kadosch mot hébreu qui signifie saint ou consacré, et qui est conservé jusquà nos jours dans les hautes grades de la Maçonnerie.
[1] Op het einde van mijn Commedia-tekst komt een volledige bibliografie van de geraadpleegde werken. [2] En Pézard, in zijn voetnoot: il pié fermo: cest le pied gauche. En hij verwijst naar John Freccero, Dantes firm foot. Dante gravit donc la montagne en spirale, besluit Pézard. Echter er is hier geen sprake van une montagne, het is una piaggia, un declivio, een helling die hij niet ver is opgegaan en zeker niet in spiraal hoefde beklommen te worden. Bij Pézard is er trouwens geen verwijzing naar een mogelijke initiatieritus. [3] J.Van Dijk : Dantes Divina Commedia, Inleiding tot nieuwe commentaren voor Dante-bestudeerders en Vrijmetselaren (1919). [4] In de vrijmetselarij, de blauwe ritus, begint men met de rechtervoet om de linker er in winkelhaak naast te plaatsen. [5] Vuillaume: Manuel maçonnique ou Tuileur des divers rites de maçonnerie, Editions du Rocher, 2000 (reproduction intégrale de lédition originale de 1830), pag. 45. [6] René Guénon: Lésotérisme de Dante, Gallimard 1957
|