Heel
wat begrepen al,
maar
geen vaste kennis opgedaan,
geen
wetenschap in getallen
uitgedrukt,
geen
grensstenen verlegd
noch
opgeheven, geen alternatieven
voor
bestaande regels
of
symbolen omgekeerd
geïnterpreteerd.
Wat
we wel vermelden kunnen
is
dat de dagen hier lijk clusters
uit
de hemel rijzen
op
onze handen uitgestrooid
en
dat we meer en meer
gaan
denken aan ons aller gezel
die
naderkomt met reuzenschreden
en
niet te stoppen is, niet te vermurwen
is
met woorden.
We
hoorden reeds
van
het andere, uitgebazuind,
de
eerste tonen
van
de laatste ode aan het zijn.
Ademend
de tijdloosheid.
|