xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zo
zal je nimmer vooraf weten wat je hand
zal
schrijven als je zitten gaat en de roep er is
van
oude bijbels op de tafel en van stenen
die
je raapte, gebeeldhouwd door de regen.
En
het nacht weer is, zo vlug de morgen
weggeschoven,
de deemstering gekomen,
en
in Jobs vergeelde woorden weer gelezen
dat
de adem van de Almachtige ons het leven gaf.
Al
zegt ons niets of niemand ook met zekerheid
wie
die Almachtige is, een immanentie toch
in
ons gegleden, een oorsprong die bestemming is,
een
bron van leven, een verheerlijking.
En
zo geweten, al is het maar een ogenblik,
dat
ons de eeuwigheid is toegemeten.
Kap
dan, zoals je netels kapt, het stupide vers,
je bent uit stof en tot stof keer
je terug,
uit
Genesis weg, want het hoefde niet, voldoende
is
geweten dat dit lichaam sterven zal. En ook
als
er gelezen moet, zo leerden we en zo geloven we:
"je bent uit geest en tot
geest keer je terug."
Het
enige wat zinnig is.
|