xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik heb gisteren het Universum ondergaan in een
uitzending op BBC Four, met schitterende, wondere fotos van sterren en
melkwegstelsels, van wat ik me nog herinner - de Orionnevel en de planeet Jupiter. Beelden waar ik me vragen bij stel
over én de oneindigheid van het uiteenspattend Universum én de ongelooflijke
verscheidenheid en pracht ervan, én de gedachte die ik overhoud dat het
Universum een meer dan levend organisme is. Ooit schreef ik trouwens dat ik die
fotos zag als afbeeldingen van God.
Dit was gisterenavond.
Maar als ik dan, op mijn nuchtere maag zou mijn
vader gezegd hebben geconfronteerd word met de vraag in de Standaard van 11
oktober: Kan een concilie de Kerk
redden?
En een vorm van antwoord hierop geformuleerd door
de theoloog, Jürgen Mettepenninge: De
bekoring van de wanhoop is groot, maar toch blijf ik hopen, dan kan ik me
inbeelden dat dit Concilie, dat er aan komt, er een is van de laatste kans.
Het erge is dan, dat de Kerk geen wapen meer is
tegen de meer dan opduikende Islam; dat de Kerk verstikt zit in haar dogmas
die de jeugd, zegge de twee laatste generaties, niet meer aanvaardt en dat we dringend
terug moeten naar de geest van Paulus, maar dan ook niet naar wat hij ons wist
te vertellen over de erfzonde in zijn brief aan de Romeinen.
Ik schrijf dit, maar het is geen vreugde dit te
schrijven, het is ook een vorm van
wanhoop, maar dan geen bekoring, maar een realiteit van hopeloosheid.
Als ik dus antwoorden moet op de vraag van de
Standaard: Kan een Concilie de Kerk redden? Im afraid not.
|