xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Op 6 maart, schreef
ik wat Roland Barthes dacht
over de Haiku, dat het zo maar niet een gedicht was van zeventien lettergrepen
verdeeld over vijf, zeven en vijf maar, wist hij:
La brièveté du haiku nest
pas formelle, le haiku nest pas une pensée riche réduite à une forme brève, mais
un événement bref qui trouve dun coup sa forme juste.
Is, wat ik gisteren schreef en inlogde, dan wel een haiku
naar de maatstaven van Barthes, namelijk dat het geen rijke gedachte is in een
korte vorm uitgedrukt, maar wel een gebeuren die in een ruk zijn juiste vorm
vindt?
Tussen
de rotsen
kunstwerk
geworden: wortel
op
Japans papier.
Dit schreef ik. En wat
ik heb willen aantonen met deze zeventien lettergrepen, is de historiek van een
zaadje, neergedwarreld in de spleet van een rots, dat er ontkiemd is en wortel geschoten
heeft.
Na vele, vele
seizoenen is de wortel erin geslaagd, in zijn groei, de rots te dwingen zich
aan te passen aan zijn groei, hierbij de opening innemend gelaten door de rots,
zijnde in een meest grillige vorm, zoals enkel de natuur het vermag. Gekneld gegroeid
tussen de rotsen, is de wortel kunstwerk geworden. En het is als een kunstwerk
dat ik hem gevonden heb en uit de rots gehaald, nadat zijn plant was weggerukt
door een sneeuwlawine.
Jaren heb ik de
wortel als een relikwie bewaard, tot ik hem gekleefd heb op Japans papier en
ingelijst onder glas in een kader met diepte.
Ik kan hem nu als
kunstwerk naast mij ophangen of voor mij opstellen. Het verhaal ervan, als
haiku geschreven, is wat van mij is, de rest, het voornaamste, is van de rots
en de wortel zelf, hoe hij groeide, en zich zelf beeldhouwde, dankzij wat onzichtbaar is.
|