Wat ik hier schrijf moet ik eens schrijven aan Alighieri, hem zeggen in welke toestand één regel uit zijn Paradiso me gebracht heeft want die regel bezit me en houdt me bezig in mijn dromen die eerder filosofisch gegoochel van gedachten zijn.
Ik tracht verder te kijken maar er is een rem in de ontwikkeling ervan er is het gevoel dat ik volledig verkeerd zit, dat er iets is dat ik over het oog zie en dat alles gaat neerkomen op een koude douche en toch meen ik nog altijd dat de impact van de Kosmos op de mens niets te maken heeft met zijn normale handelingen, noch met zijn studie over de atomen en elektronen, over de structuur van het universum, maar dat de impact zich situeert op wat de mens denkt over die God die alles zou geschapen hebben om een gezel te hebben in de mens.
Ik heb er nu al genoeg over geschreven, ben er tot vervelens toe op terug gekomen, heb gezegd dat het hier gaat om het bewerken door de Kosmos van wat de mens denkt over de Maker ervan en dat er wat al het overige betreft de mens de volledige vrijheid van handelen heeft, ook, het voeren van een oorlog.
Dit alles zijn zaken van de mens, zijn verhouding tot God daarentegen zijn zaken van God/zaken van de Kosmos.
Ik weet niet of ik duidelijk genoeg ben geweest en ik weet niet of ik niet verkeerd ben op een bepaalde plaats, maar hier moet ik er mee stoppen, ik kan me niet blijven herhalen, het heeft al lang genoeg geduurd.
Echter, ik ken maar het idee dat we bewerkt worden van uit de Kosmos opdat we uiteindelijk weten zouden/een beeld hebben van wie alles , wat de Kosmos en de mens betreft geregeld heeft, bezielt me.
Ik ontcijfer wat ik deze nacht geschreven heb, ik neem het letterlijk over: We hebben nog een heel lange weg te gaan want Hij wil dat Hij gekend is door de mens zoals Hij is. Niets minder.
En dit is heel wat tijd.
|