Van Ernest Hemingway las ik ooit dat hij altijd tracht te stoppen met schrijven met nog een gedachte in voorraad voor de volgende morgen. Bij ondervinding weet ik dat dit een goede raad is, maar niet voor de blogs die ik schrijf. Als ik stop met een blog ben ik gewoonlijk leeg geschreven, en de volgende dag moet ik opnieuw beginnen met het aftasten van mijn ‘binnenin’ om te weten hoe ik mogelijks verder kan, meestal met wat geen binding heeft met de dag ervoor.
Het mechanisme van het schrijven is een vreemd iets, aan de basis is er de wil het te doen en de moed het te doen vooral dit laatste is nodig. De moed in afzondering te gaan, te vergeten wie je bent en hoe je bent en te schrijven wat in jou opkomt en, komt er niets, wachten op het moment dat onvermijdelijk wel komen zal als je maar geduld hebt en niet afhaakt. Niet zegt tot jezelf: nu niet, straks misschien. Want dit is faliekant, het verbrod alles, je moed en, je vreugde.
Ik heb weet van beide, van het schrijven en van het wachten tot schrijven en ik ken de oplossing, er is er maar een, doorgaan, wachten tot het komt, wat het me ook kosten mag,
Ik versaag niet - lees: meestal niet – en als het lukt als de woorden komen en zinnen vormen en de zinnen gedachten oproepen of beelden dan voel ik het aan als een klein wonder eens te meer geslaagd te zijn in mijn opzet. Maar geloof niet dat het na al die jaren herleid is tot een spel.
Ernst is het, ‘dwaze’ ernst als je me het vraagt. Ik kan er niet van af.
Schijnbaar ben ik ermee veroordeeld.
|