Dit is dan mijn levensregel: bezig zijn zoals ik bezig ben, dit betekent, naast mijn leven van elke dag een leven te hebben dat van het schrijven is, hierbij indachtig zijnde de woorden van een belangrijke uitgever in dit land over de publicatie van boeken, namelijk dat vandaag nog enkel ‘hapklare’ boeken worden gepubliceerd en dat er geen ruimte meer wordt gegeven aan het mijmeren.
Ik ben aldus ten volle bewust dat mijn ‘mijmeringen’ - want andere schrijf ik niet - in boekvorm niet de minste kans maken en, dat ik me, zoals je het weet, gelukkig voel een andere vlottere weg gevonden te hebben
Maar als ik mijmeringen geschreven heb die ik meende te kunnen/te moeten schrijven, dan zullen ze toch als dusdanig hun sporen hebben nagelaten, zullen de gedachten erin geformuleerd, een eigen leven kennen, hoe beperkt van omvang of diepte ook, ze zullen de ruimte infiltreren en er zich verspreiden, zoals een parfum van rozen en lavendel, ze zullen opgevangen worden en hun werk doen, zoals het gebeurt sedert eeuwen in de wereld van de letteren.
Jarenlang heb ik een humus aan gedachten opgestapeld waaruit ik putten kan om op te stijgen in woorden. Ik kan aldus een verhaal of een toestand of een gedachte halen uit de dagen die waren, deze naar mijn hand van het moment zetten en optekenen als de uitkomst van vele kleine als grote gebeurtenissen, onverwachte als verwachte, ingebeelde als reële, om ergens uit te komen of op een plaats die nergens is. Zoals in onderstaand stukje poëzie dat ik voor de zoveelste maal herwerkt heb:
Hij wou van uit zijn diepste ik tot de hoogste luchten stijgen en onvervaard zijn woorden dompelen in het licht van duizend sterren om te schrijven dat hij er blijven zou, onbeweeglijk.
Hij wou vertrekkende van uit het binnenste van de aarde, opklimmen langs de wortels van de hoogste boom de lucht in gaan, de oneindigheid in om aan te komen waar niet aan te komen is en hij er blijven zou onbeweeglijk.
Hij wou in één ademstoot, van alle geslachten vóór hem het punt aanraken waaruit hij is opgestaan om het aan te kleden met zijn woorden om duizendvoudig te bestaan tot hij er blijven zou, onbeweeglijk.
Hij wou dit niet te beschrijven gevoel van hem wegschieten de tijd tegemoet om pijl te zijn en alles te doorboren tot hij er blijven zou, onbeweeglijk,
voor eeuwen.
|