Moge het je allen goed gaan deze morgen en later op de dag als je me lezen zult, en ik binnenkomen zal in de geheimenis van je gedachten en je me zult meenemen met jou, zoals je het dagelijkse nieuws van radio of tv meeneemt, tussenin die kleine en grote dingen die van het leven zijn.
Nu dit er staat in al zijn openbaring heb ik de indruk dat ik dit al eens geschreven heb en staat het nog niet opgetekend, ik denk er regelmatig aan als ik me open voor jou. Maar misschien vandaag niet zoals de vorige dagen nu je de zorg hebt, als je de baan op moet en je buiten komt in sneeuw en ijs?
Of misschien is wat ik schrijf in deze dagen te licht en te bleek om meegenomen te worden en sta ik met wat ik schrijf totaal buiten de realiteit, niet alleen deze van het weergebeuren maar even zeer, wat vooral opvalt, buiten het gebeuren in de wereld waar zoals de toestand er nu uitziet een vonk kan volstaan om al wat is te vergallen, al vermeld ik dit niet graag omdat ik de puurheid van de sneeuw niet bezoedelen wil met (twijfel)-voorspellingen. Te meer
omdat, als je me gelezen hebt, ik vermoed mijn woorden zich opstellen zullen naast, of gemengd met die van jou.
Zelfs als ze niet veel zijn, slechts de glans op een appel, als van een noot de vreemde tekening in de schelp, je houdt ze toch minstens een wijl.
Zo zijn er tal van kleine gebeurtenissen in een leven die je overvallen zonder ze ver te zoeken. Ik verheug me dat ik er een deel van ben. Het laat me toe, je/jullie een heuglijke dag toe te wensen met mijn woorden, licht van inhoud of (te) geladen met gedachten die je verrassen of verheugen, om die achteraf te vergeten of verder te vertellen.
Ik heb deze morgen aan jou willen denken, meer aan je zorgen dan aan je vreugdes. Heb me willen situeren, zoals elke dag in het gebeuren dat van de dag zal zijn, je verwachtte me zo oordeelde ik, een voldoende reden opdat ik het schrijven zou.
|