Elke maand kent een dertiende dag een cijfer dat een klank heeft anders dan de andere cijfers van de maand.
Onvermijdelijk denk ik eraan, ik kan er me niet van bevrijden, het zit in mij gebakken en vraag me niet waarom, het is zo en het blijft zo, al wil ik weten dat het onzin is, dat er niets vreemd aan is, maar hoe meer ik erop inga, hoe meer ik geloof dat ik oppassen moet vandaag. Pas vanavond ga ik het weten.
Ondertussen ga ik verder al wou ik, onuitgeslapen terug in bed kruipen en vandaag niets zijn en ook een dag er niet zijn, een dag vergeten door iedereen en door mezelf, een nul-dag. Alsof zo iets zou kunnen, alsof ik zo iets ‘echt’ zou willen.
Een moment van zwakte, het overkomt elk van ons wel eens, een peulschil ten overstaan van de vele dagen dat alles correct verloopt.
Toch blijft de wolk hangen, zul je ze lang aanwezig weten over jou, over je daden en vooral over je gedachten wat het ergste is dat je overkomen kan want het blokkeert je, het grijpt je aan. Als je een poging doet om eraan te ontsnappen zwijgt alles in jou en sta je machteloos als aan de grond genageld.
Toen dacht ik aan een passage in het boek van Verspeelt, het boek waar ik het gisteren over had.
Hij heeft het
‘Over de ‘grap’ van Churchill en, Attlee, premier van het Verenigd Koninkrijk die alle rendabele bedrijven van het land had genationaliseerd. Ze stonden naast elkaar in het toilet van het parlement.
Churchill wendde zich wat af en Attlee spotte: ‘Mag het niet gezien worden Winston?
“Oh yes”, zei Churchill, “but every time you see something big and well running you want to nationalize it.”
Si non è vero, è ben trovato.
Naschrift:
Ik was verkeerd. Ik dacht de 13de aan het schrijven te zijn maar het was maar de 12de. Eigenlijk is wat ik dacht dat telt. Ik behoud dus wat er staat.
|