|
Of ik me nog herinner wat ik gisteren geschreven heb? Van gisteren wel nog, van eergisteren of de dagen ervoor is er twijfel. Eens geschreven en ingelogd wil ik het, gewoonlijk, achter mij laten om te denken aan wat volgen moet.
Ik beken dus dat het me verraste toen ik in een mail van een vriend, waarin hij een uitgebreid en schitterend literair betoog hield over zijn gehechtheid, en deze van zijn echtgenote, aan de bergen en hierin enkele passages verweefde die hij gaan halen was in mijn geschriften, passages die mezelf verwonderden ze ooit geschreven te hebben. Het was ook dat het de eerste maal was dat iets van mij op het voorplan geschoven werd.
Het benadrukte tevens het feit dat Zinal in de Valais een belangrijke plaats innam in hun herinneringen, wat me niet verbaasde.
Ik weet dat er in mijn geschriften regelmatig thema’s opduiken waar ik nu en dan op terugval weliswaar, zo mogelijk, van uit een andere hoek belicht en uitgewerkt op een andere wijze, ook tracht ik - een zwakte van mij - de Kosmos hierbij te betrekken, dit wil zeggen me begeven op een hoger en verder in de tijd gelegen pad, een vooruit zien naar de homo sapiens die ik in een wordingsproces naar nog meer sapiens verwikkeld zie.
Ik tracht met mijn dagelijkse geschriften zin te geven aan de laatste dagen, weken, maanden – wie weet? - van mijn leven. Twee elementen hierbij zijn belangrijk, het dagelijks karakter ervan en het schrijven zelf. De vriend in kwestie, Roger Tas, , spaart daarentegen alles op en verschijnt ermee op een wel bepaalde dag. Ik ken er nog zo een Paul Verspeelt die dan tevoorschijn komt met een volledig boek waarvan de lay-out verzorgd werd door de kinderen en kleinkinderen.
Ik had het een paar dagen terug over de creativiteit in de mens, een poging de creativiteit van de Kosmos na te volgen.
Wel deze van de mens, verhoudingsgewijs, puilt uit. In mijn omgeving zijn hiervan voorbeelden te over.
Foto Zinal: Roger Tas
|