Het eerste wat ik doe in de morgen, ver voor het licht er is - trouwens de laatste dagen is het licht niet veel meer zaaks, niet zoals de momenten die ik gekend heb toen de dag begon in een poel van vuur, doorheen de naakte takken van de boom voor de deur – is KLARA openen.
Ik dacht hoe verwerk ik vandaag het grijze van de luchten als het totaal anders had kunnen zijn, zelfs half december; wat ga ik schrijven, niet wat ik zie maar wat ik zien wou, wie helpt me om wat ik zien wil uit te dragen?
Ik heb anders, uitzonderlijk, geen klachten te uiten. Mijn lichaam, oud zijnde, kent niet meer de perfectie, het is er, maar dit is ook al. Ik gebruik het zoals het mij aangeboden wordt in zijn wankele toestand. We komen overeen, we aanvaarden het en zelfs, we verkondigen het om onze verstandhouding te beklemtonen en wel, en dit is wellicht de enige reden, omdat de geest het zo wil en omdat elke hindernis verzwegen wordt of genegeerd
Het onderwerp van de weinigen die me om een of andere reden bezoeken is dat de tijd vliedt, dat de dag zich opent om zich ‘te’ vlug erna te sluiten.
Wij ook dachten dit maar we zijn we er aan gewoon geraakt, we nemen het de tijd niet meer kwalijk, en ook we weten dat het slechts schijn is, dat de aarde niet vlugger tolt en niet vlugger haar weg aflegt om de zon, wel dat we de indruk hebben dat hij vlugger ‘vliedt’ omdat we het drukker hebben dan vroeger, en er dus geen tijd meer te verliezen is.
Zo weten we, dat we ooit zullen komen tot de laatste zin van wat we zeggen willen. Een zekerheid die we aanvaard hebben, een winstpunt op de tijd, want wat vandaag wordt neergezet zal er morgen, als we er niet meer zullen zijn nog te lezen staan. Er is dus nog iets dat ongewijzigd blijven zal voor een tijd, eigenlijk is dit van weinig belang in het licht van de eeuwigheid, maar het is dan toch voor mij iets heuglijks, beter dan niets, denk ik dan.
Maar van uit de lichtende, in vuur staande morgen vertrek ik graag de dag in, het legt zilver op mijn woorden zoals ik ze graag heb en de tijd van de architect van Marguerite Yourcenar of wie ook heeft er geen vat op, voor het woord is hij onbestaande.
Best ook.
|