Zonder dat ik er erg in had – Rilke hield me bezig – zit ik volop in de laatste maand van het jaar. Komt Kerstmis eraan, komt het lengen van de dagen die nu nog altijd aan het krimpen zijn, eraan, komt het ogenblik van de winterzonnewende eraan. Wat een pracht van een woord en van inhoud, ‘zonnewende’: de zon die zich keert en terug wijkt naar het zuivere oosten.
Mijn ‘God’, hoe heb je dat toch heerlijk bedacht en telkens met grote preciesheid uitgevoerd.
We mogen hier ook eens aan denken, we hoeven niet altijd ons bezig te houden met de geboorte en het leven van Christus en al wat er omheen geweven werd, vooral dan de liefde voor onze ‘evenmens’, nog een woord om van te dromen. Christus waar we niets met absolute zekerheid over weten, wie hij was en vanwaar hij ineens op zijn drieëndertigste in Jerusalem is opgedoken.
Wel hoe hij aan het kruis aan het sterven was, zijn moeder, de zuster van zijn moeder en Maria Magdalena, stonden aan zijn voeten, lezen we in Johannes 19: 25*.
En verder, in 19: 26, When Jesus therefore saw his mother, and the disciple standing by, whom he loved, he saith unto his mother, woman behold thy son!
En in 19: 27, Than saith he unto the disciple: Behold thy mother. And from that hour that disciple took her to his own home.
De discipel in kwestie kan enkel Maria Magdalena zijn. En hier, stervend op het kruis richt hij zich tot Maria Magdalena zijn geliefde en draagt hij haar op de zoon van zijn moeder te zijn dit is, voor haar te zorgen als een zoon.
Was het dan niet normaal dat ze naast hem gezeten was op het Laatste Avondmaal en Johannes in 13: 23 over haar zegde: ‘Now there was leaning on Jesus’ bosom one of his disciples whom Jesus loved’
Zo, vergeten we dit een ogenblik of, een dag lang, en denken we aan het kantelmoment van wat herdacht wordt, of zou moeten herdacht worden, het bevruchten, hoe het ook moge gebeurd zijn door een engel, door een geest, of door een man, in elk geval is het een onbevlekte ontvangenis, zoals elke geboorte een onbevlekte ontvangenis is weet Boris Pasternak in zijn ‘Dokter Zhivago’.
Met de geboorte zitten we op een pad dat van de Kosmos is. Het is hierover dat ik filosofeer in deze wereld waar het sacraal-kosmische geleidelijk aan maar heel traag naar het voorplan neigt.
Dit is dan wat ik noem de evolutie van de geest naar een beter begrip van ons geïntegreerd zijn in wat van de Kosmos is, dieper dan wat van de wereld is: onze verbondenheid met alles wat van de sterren en de planeten is.
De zonnewende is een passende gelegenheidd om er aan te denken.
* King James' Bijbel van 1611.
|