Verder schrijvend over waar ik gisteren gestopt ben:
Anderen negeren de stelling gebouwd omheen het Higgsdeeltje, het zijn de ‘snaar’specialisten. Volgens hen zijn
‘alle puntdeeltjes uit het Universum eigenlijk minuscuul onzichtbare snaartjes die allemaal trillen volgens een bepaald patroon. Afhankelijk van het trillingspatroon krijgt een deeltje een massa en een lading die bepaalt of iets een quark wordt, een elektron dan wel een ander elementair deeltje.’[1]
Mooi, maar hun ‘lading’ is hun kennis, allemaal weten ze wat hen te doen staat om het Universum gaande te houden en wij erin, en hier stelt zich dezelfde vraag, welke is de kennis die ze bezitten en waar is de bron ervan of beter, wie of wat ligt aan de bron ervan, terwijl zich tot nu toe enkel afgevraagd werd ‘wat’ de deettjes – en ze zijn ontelbaar – waren, en ‘hoe’ ze er waren.
We zijn dus geen stap dichter gekomen of de deeltjes nu snaren zijn of deeltjes geladen door het Higgsdeeltje.
Heeft mijn lezing van het geciteerde boek mijn inzicht op de kwantumwereld weinig meer opgebracht, ik heb er voor mezelf toch uitgehaald wat ik er uithalen wou, namelijk dat er achter de kwantumwereld een ontzaglijk, alleswetend en alles in handen houdend IETS moet zijn.
Ik ga hier niet verder. Niemand waagt het zich verder te gaan, wel George Lemaître (1894-966) in de omgeving van zijn familie, maar niet in zijn geschriften en toch het schijnt me een deel van de waarheid te zijn als we het Higgsdeeltje zouden betitelen als het ‘Godsdeeltje’. Maar de naam ‘God’ of de naam ‘Jahweh’ mag niet worden uitgesproken.
Trouwens het is beter te weten dat het ‘IETS’ er noodzakelijk moet zijn dan het een naam te geven, want het is niet de naam die het mysterie oplichten zal.
Of toch?
[1] Verstraeten Frank en Broeckaert Cécile: ‘Waarom niemand kwantum begrijpt…’ Lannoo 2023, pag 241.
|