Wat zeg ik dat van de morgen is van deze maand die nimmer mijn favoriete maand is geweest, en de zoveelste in mijn leven zal het niet anders zijn; wat zeg ik dan, als ik me pas heb bevrijd van wat van de nacht was en ik denk aan moeder en aan vader en ik denk aan mijn broers en, aan hen die ik lief heb gehad, allen opgeslorpt door de eeuwigheid.
Er is maar een dunne lijn tussen het erzijn en het er niet zijn, een lijn die van alle dagen is, die is van de stilte is in jou, die is van het zwellen van een dof gevoel, als je nadenkt hoe het kan dat je er nog altijd bent.
Neen, november, en dan zeker de eerste dagen ervan, zijn geen dagen voor mij, geen vooruitzien. Ademend nog maar niet willen weten of er nog een andere dag komen zal, en is het zo het mag, maar ook het mag anders, maar vandaag dat men je rusten laat terwijl je keert naar wat het allemaal is geweest en hoe je aangekomen bent in de toestand waarin je je nu bevindt.
Het leven is een voorbijgaan van morgens en van avonden, van opstaan en van slapen gaan en de tijd er tussen, die van het gebeuren is dat lijnen trekt en bochten neemt die er misschien beter niet waren geweest of beter een grotere kromming hadden gekend, maar die geweest zijn wat ze waren opdat je, op deze eerste dagen van de maand die je helemaal niet ligt, bidden zou, Heer deze maand is niet de maand van mij, laat ze niet al te lang duren, laat ze niet zijn zoals ze altijd is geweest, met een donkere rand omkleed.
Wat zeg ik dat van november niet zou zijn, noch van het schrijven noch van het wakker liggen, noch van Mozart of van Haydn, noch van de vierde van Mahler?
Je bent er deze morgen in het vreemde licht dat van november en de lege bomen is, geroerd omdat de dood, omdat hij aan ons voeten ligt, en we, van ver gekomen toch nog verder willen gaan. Je kunt erover schrijven, je kunt er fiorituren aan toevoegen, kleine kronkels, droge bloemen en stukjes wortel, maar essentieel is het maar wat gepraat en deel je geen geschenken uit, hoogstens een versregel die, opgedoken, een ogenblik ontroeren zal en daarna verdwijnen als rook, zoals van vele zaken er een begin is en een einde.
|