|
Ik blader soms in mijn vele dagboeken in de hoop er inspiratie op te doen om mijn pagina te schrijven, maar ik vind er weinig dat me vandaag dienen kan. Het is alsof ik een persoon geworden ben, verschillend van de man van de dagboeken en het kan, omdat ik nu meer dan ooit geconfronteerd ben met de eeuwigheid die me wacht en mijn dagen nu verlopen geprojecteerd op een totaal andere achtergrond. Ze zijn in elk geval meer gevuld met dingen van de geest dan met dingen van de wereld, ze staan er bol van, moeilijk om vol te houden. Gelukkig misschien want soms ga ik, zo voel ik het aan, een stap te ver, over de grens van het ‘zichtbare’. Ik kan er weinig aan doen het ligt in mijn aard diep en ver te gaan, ik heb al te veel woorden neergezet opat ik me tevreden zou stellen met het gewoon dagelijkse.
Meer en meer stel ik me de vraag hoe het verder moet nu ik meer en meer het gevoel heb alles gezegd te hebben wat mijn gedachtewereld betreft. Moet ik terug naar de simpelheid der dingen of ben ik het opgaan in de kleine dingen van het leven verloren?
Een vriend die me bezocht gisteren en het had over het gewone in zijn leven verbaasde me omdat ik van hem meer had verwacht, dat hij me zou gesproken hebben over een boek dat hij gelezen had of een idee die bij hem opgekomen was over wat het leven is.
Heeft hij het aangevoeld dat ik meer verwachte van hem, ik denk het niet, hij was vol van wat hij me te vertellen had en vroeg zich niet af of ik er belang in stelde of niet. In dit opzicht ben ik een onmogelijke persoon geworden. Ik die altijd geschreven heb - komende van Bernanos en le curé de Crecy - dat ‘les petites choses n’ont l’air de rien mais elles donnent la paix’, ben dit nu aan het negeren?
Shame on me.
|