Ik vergiste me gisteren van dag – het was geen einde maand – én van maand. Het is de eerste maal dat dit gebeurt, een streep door mijn rekening dus want ik schreef ondertussen ook reeds mijn blog voor 1 augustus, ook een dag te vroeg.
Wel wist ik dat de zomer een stuk gevorderd was zodat ik niet helemaal verkeerd was. Jullie moeten dus de dag van 30 juli :maar zien als deze van 31 en alles is opgelost. Ik ga er geen nieuwe schrijven en 31 juli gaat zo aan mij voorbijgaan al ruikt hij reeds naar het begin van de herfst, ook omdat ik niets afweet de stand van de oogst van granen en fruit.
Ik ben uiterst arm op dit gebied, ik heb enkel de tuin om erover te oordelen en die zegt me wel iets maar niet wat ik weten wil.
Wat ik nu schrijf zie ik niet als volwaardig, ik zal dus in alle ernst één dag overgeslagen hebben. Al dus nimmer weten wat ik in normale omstandigheden zou geschreven hebben, misschien iets over de regen, of iets over Jankélévitch me herhalend misschien, maar zeker noch over zijn gefilosofeer over ‘l’ennui’ noch over ‘le sérieux’.
Iets is zeker het zou niet geweest zijn over Pfeijffers ‘Alkibiades‘ deze bleef al die tijd ongeopend. Het wordt dus nodig dat ik hier iets aan doe en verder lees over dezes exploten.
Echter moet ik bekennen dat het lezen me niet zo goed afgaat als het schrijven het voorbeeld is het supplement DSL bjj ‘De Standaard’, het blijft ongelezen liggen, het hoopt zich op. Ik word dus, om maar iets te zeggen, wat het lezen betreft, een lui man.
Is het luiheid of is het te wijten aan de minder goede staat van mijn ogen?
.
|