Ik dacht eraan toen ik begon dat dit wel eens de laatste blog zou kunnen zijn die ik schrijf, is het niet vandaag het kan morgen zijn of overmorgen, wanneer ook, maar eens komt die er. Toch blijf ik bezig alsof er nimmer een laatste komen zal en het is best zo, doen alsof dat ogenblik niet komen zal.
Ik schrijf dus nooit alsof het een afscheid zou kunnen zijn maar ik houd het in gedachten,, het zit hem in elk letterteken dat ik zet, het zit hem in mijn komma’s en punten in elke zin die geschreven wordt, af of niet af.
Dit is de realiteit van elke morgen en elke dag en elke avond of nacht, het is geen sensatie, het is geen opschepperij, het is van de dingen die me omringen en van de dingen buiten mij, het is van de tijd die afkomt op mij, vlug en gestadig, zijn boek open op het getekende uur.
Maar ik ben er niet op wachtende, wel, wetende wat me wacht, ben ik inniger dan ooit van het zijn en het schrijven, van het zien en het horen, van het spreken en het luisteren, ben ik doordrongen van de grootheid van elk ogenblik dat ik vul met de volheid van mijn bestaan als kind, als knaap, als man met vooruitzichten, al waren het maar mijn geschriften van elke dag die ik hoog in mijn vaandel draag, mijn wapperende vaan van wie ik was , van wie ik ben en van wie ik worden zal.
En niets houdt me tegen, integendeel alles waait in de gepaste richting naar de eeuwigheid toe, een andere toekomst ken ik niet.
Gespaard gebleven van de leegheid van het bestaan, kijk ik uit met vertrouwen.
Ook Max Bruch in het adagio van zijn vioolconcerto kende dit vertrouwen, anders zou hij het niet geschreven hebben. Zo meen ik toch.
En jullie, wat is jullie mening over het vertrouwen in wat IS?
|