Ik slaap omdat ik slapen moet, ik eet omdat ik eten moet en zo maar verder tot, ik schrijf omdat ik voor mijn zielsrust schrijven moet.
Het is de eenvoud zelve, niets te weinig, niets te veel, alleen dat het schrijven het werk is van de geest in mij die me elke dag aan het werk zet.
Hij wil zelfs dat ik er mee begin soms vóór het licht er is zoals vanmorgen en wie ben ik dan met de slaap nog in de ogen, niet veel.
Nu, het begint telkens met niet veel, hoogstens met de resten van een droom, of een uitschieter van de vorige dag of dagen terwijl ik telkens liefst iets totaal nieuw wil brengen, iets dat ik in de voorbij twaalf jaar nog niet zou geschreven hebben. Mijn kansen zijn dus klein en ik weet het, beperking is mijn deel geworden, ik hoef geen uitvluchten te zoeken.
Iets houdt me hierbij bezig, waarom blijven jullie me lezen is het omdat het een gewoonte geworden is, of is het uit belangstelling voor wat ik zou kunnen geschreven hebben, iets ongewoon, iets totaal onverwacht, iets dat jullie zal bijblijven de ganse dag?
Weet dat ik ervan droom iets te vertellen dat jullie dag kleuren zal, niet zoals VTM, maar om er te staan, welke ook jullie levensomstandigheden mogen zijn, met een ogenblik innigheid naar het leven gericht om de dag te beginnen en vooral wijsheid om de dag door te brengen, zodat jullie hem eindigen kunnen in alle rust en met nieuwe vooruitzichten.
Het is aan die vooruitzichten dat ik nood heb als de nacht invalt, ik heb dan iets om in te slapen, een soort sprookje dat goed eindigt, gewoonlijk.
|