De muziek van KLARA hoor ik een ganse dag maar ik luister er niet naar een ganse dag, ze maakt eigenlijk voor een groot part van de tijd deel uit van het meubilair, van de schilderijen en boeken die me omgeven.
Meer is de muziek niet, ik ken ze ik hoorde ze al te veel en te dikwijls, echter nu en dan is er iets dat ik niet ken of nog niet zo dikwijls heb gehoord en dan luister ik intens, dan is het een pagina in een boek dat ik lees, is het een gedicht zonder woorden of een landschap dat ik me inbeeld, en betekent de muziek heel veel vergeet ik me en vergeet ik waar ik ben dan toch de ogenblikken dat ik luister en alles wat is en wat kan zijn wazig wordt.
Dit betekent dan KLARA voor mij, een gezel die me gezelschap houd van bij het ontwaken tot het slapen gaan, soms zelf bij het TV kijken, want TV is er maar in de avond;
Alles gebeurt dus met de muziek op de achtergrond zelfs als ik schrijf, zelfs als ik lees, zelfs als ik, wat niet zo dikwijls gebeurt, vrienden ontvang in het huis.
Ik ken dus geen stil huis meer omdat ik de stilte van het huis vrees, de stilte niet aankan omdat het een met woorden en handelingen geladen stilte was en op een vreemde wijze gebleven is. En het is het bevreemdende dat me bij momenten nog altijd overhoop halen kan.
Om deze reden ook zoek ik mijn heil bij KLARA en zal dit nog lang blijven zo, ik weet het tot in mijn lenden.
|