Een nieuwe dag, een nieuwe blog, een nieuw verhaal dat ik bedenken moet, de ogen gesloten op wat er binnen de muren gebeurde of niet gebeurde of had kunnen gebeuren. Echter, diep kijkend in mij naar wat rest van de dag vind ik, wat mijn eigen wereld betreft, heel weinig. Zo als ik niet geholpen word, wordt het niet veel, wordt het maar wat gebazel waar ik soms sterk in ben.
Al zegt het me achteraf niemand, dikwijls log ik mijn blog in met het gevoel niets gezegd te hebben, wat nefast is voor mijn slaap.
Maar het is vandaag niet door mijn goed gesternte dat ik geholpen wordt maar door Ilja Leonard Pfeijffer die zich honderdmaal in schoonheid overtreft als hij beschrijft hoe Alkibiades zijn toekomstige vrouw, staande op een karos, stapvoets getrokken door vier witte hengsten en geleid door hemzelf, door de straten van Athene voert, ‘zij stralend als een godin die de Atheense avond in, de maand Gamelion voor haar speciaal vroeg.
Pfeijffer overtreft zich als hij vertelt hoe ze er staat op de karos in het licht van de fakkels en, om het maar te hebben over haar kleding:
‘Laag over kostbare laag exquis gesneden exotische stoffen, als glanzend dubbel geweven Perzische zijde en ragfijn Ionisch linnen, waarvan elke plooi door de meesterhand van de beeldhouwer, huilend van ontroering, lijkt te zijn gemodelleerd, belegd en bestrooid met saffieren en topazen, zilver en goud, glittering, kleur en licht. Haar sluier is van saffraan geweven meeldraad van krokussen, die beschermt tegen pijnen, en haar kroon is van asperges, zoals de folklore sinds mensenheugenis het wilt, die kunstig zijn vervlochten in een vederlichte architectuur van zilver filigraan.’
Deze beschrijving vindt je op pagina 137 van Ilja Pfeijffers machtige roman van meer dan 700 pagina’s, ‘Alkibiades’, uitgegeven in 2023 door de ‘Arbeiderspers’.
Ik draag zijn woorden mee als een kostbaar juweel om de hals, want zelden heb ik ooit iets gelezen dat op dergelijke schitterende wijze geschreven werd
Ik kon jullie deze passage niet ontzeggen.Ik denk niet dat Ilja Leonard er enig bezwaar tegen heeft.
|