Stefan, de gebuur, heeft in de lente een groot vierkant van de tuin bezaaid met veldbloemen. Het is nu een pracht en een vreugde te zien hoe ik op dat stukje grond de bloemen terugvind uit mijn jeugd, het erge is dat ik van vele de naam niet meer ken, wel nog van de korenbloem, van de boterbloem, van het herderstasje, van de koekoeksbloem, maar heel wat andere zal ik moeten opzoeken als ik hem kennen wil.
Maar ik zie het, alle verhoudingen in acht genomen, als iets groots, als een compensatie voor het Braziliaans regenwoud dat volgens de Standaard van deze week stervende is met al de gevolgen van dien voor het leven op aarde.
Mijn bloemenveld is mijn tikkeltje vreugde dat natuurlijk niet opweegt tegen de vele eeuwenoude bomen en de ganse structuur van het regenwoud dat aan het verdwijnen zou zijn, een drama, maar met de tuin tracht ik mijn omgeving, enigszins een rijkere aanblik te geven, waar ik met blijheid, het overige vergetend, langsheen wandelen kan.
Dit is dan wat gebeurt in mijn kleine afgebakende wereld, een voorschoot groot, even groot als het leven in mijn blogs, ware het niet dat ik er nu en dan in gedachten uit ontsnappen kan.
Het is wat ik jullie te bieden heb vandaag, een pagina gesneden uit een deel van wat enkele momenten mijn dag was, samen met een bulk van een bloeiende rozenstruik, een foto die ik ontving van een vriend en een vriendin, een bulk rozen zoals deze van Couperus maar die van mij waren niet gevuld met verveling, in tegendeel ze waren geladen met kunst.
Evenwel, mijn opzet was deze foto per e-mail me toegestuurd, hier over te nemen. Ik ben, onhandig als ik ben, er niet in geslaagd. Ik blijf hem jullie schuldig.
12.09: Ik slaagde erin als aanhouder!
|