Elke blog die ik nog schrijf zou moeten beginnen zoals de ‘Zevende’ van Beethoven, afwachtend, veel belovend, al weet ik niet wat me bezielde op 4 april toen ik me zag als een gezant, een gezondene van ik weet niet wie of wat die me gelastte met de opdracht verder te schrijven, meer nog en beter dan ik al gedaan had.
Dit gebeurde met jou en dit laat je achter jou als je schrijft wat je te binnen valt en als je meent gebeurtenissen, grote of kleine, te mogen interpreteren op een totaal vrije wijze, alsof ze plaatsvonden om je op het rechte pad te houden.
Je moet ingesteld zijn op het bevreemdende, het mysterieuze van het ‘zijn’ zoals ik, om dergelijke gedachten als echt te aanzien en niet zoals het hoort, als verbeelding.
Ter verdediging echter kan ik stellen dat een mens zonder verbeelding maar een sukkelmensje is, en dit is nu precies iets, dat ik, ondanks mijn toestand niet wil zijn; hoewel ik het ben als ik onder de mensen kom, straks bijvoorbeeld als ik naar mijn dokter toe zal gaan met meer dan aarzelende tred in het ziekenhuis.
Ik heb er een hekel aan dat men me zo ziet en dat men onwetend is over wie ik ben en wat ik schrijf als ik neerzit voor mijn klavier en er geen enkel teken van de gebreken van mijn lichaam zichtbaar zijn.
Het is dus binnen in mij dat het leven zich afspeelt en niet in mijn gaan van het ene punt naar het andere. Het uiterlijke is voor het oog, het innerlijke is voor de geest, en ‘mijn’ geest stelt het nog altijd goed anders zou ik niet schrijven wat ik schrijf, en zelfs, anders zou ik de vreugde, en de peis in mij, niet kennen had ik het niet geschreven.
Oude man, die ik ben, na dit gezegd te hebben mag je in alle rust gaan slapen. De engelen als die er zijn zullen waken over jou en wie weet, wie weet misschien ben je toch geroepen als gezant.
Blijf het dus maar hopen!
|