Ik had gisteren kunnen verder schrijven, maar ik ben spaarzaam ik wil me houden aan mijn, bij benadering, vijfhonderd woorden. Dit schijnt me een voldoende maatstaf toe én om te schrijven, én om te lezen. De ondervinding heeft me trouwens geleerd me te matigen maar je weet het, ik schrijf graag, het is het liefste wat ik doe en doen kan.
Dan ook in een oud, half volgeschreven dagboek van ‘The Economist’ noteer ik in het kort alle kleine feiten van de dag en de nacht. Sedert ik er alleen voor sta, is het een gewoonte geworden, het dagboek is een soort gezel die een afdruk bijhoudt van wat ik doe en wat ik beleef, hoe ik leef en hoe ik slaap, heel wat zet ik erin neer omdat het me pleziert het te doen. Het situeert zich dus ergens in het geniep – niemand weet er iets over - los van mijn dagelijkse blogs, maar voor mij is het een aanvulling hoe ik mijn dagen vul en in een zekere mate hoe ik ze beleef.
Is het nuttig? Wel neen, het is eerder een bezigheid, iets tussendoor, iets voor erna als ik er niet meer zal zijn en dag aan dag van een bepaald ogenblik af, vertellen zal hoe ik leefde in mijn alleen-zijn, een document voor mijn nageslacht, iets dat in meer overblijven zal van mij en van mijn laatste dagen, het zal dus ook een abrupte stop kennen, zo zie ik het. Ik zeg niet wat ik erin opteken, maar het kan van alles zijn, zelfs de keren dat ik moet opstaan in de nacht staan opgetekend, het resultaat van mijn saturatiemeter, en het aantal lezers die mijn blog bezocht hebben.
Ik dacht eraan er een spel van te maken en te ‘timen’ wat ik uur na uur gedaan heb om te weten hoeveel uren ik verloor met niets te doen op een dag, maar zo ver ga ik nu niet.
Zo stond ik vanmorgen op om 06.10, heb ik een eerste medicament genomen met een glas appelsiensap en ben ik begonnen aan deze blog, die traag vorderde zodat ik pas nu, om 07.30 hier aangekomen ben, 350 woorden verder.
Ik ga even stoppen nu om te ontbijten en me aan te kleden. Ik treuzel, ik lig neer op de sofa en word wakker om 09.50. Het is maar dat ik niet onmiddellijk de woorden vond om verder over mijn doen en laten uit te weiden dat het langer duurt dan gewoonlijk.
Ondertussen kijk ik nieuwsgierig als ik ben dat er al zeven lezers naar mijn blog zijn gaan zien, de helft van wat ik ‘officieel’ verwacht. Zijn er meer het kan, alleen deze via internet worden opgeteld. Spijtig, want hoe meer lezers hoe mee vreugde bij mij, en ik heb wel een beetje vreugde nodig in mijn dagen.
Maar de zon is er volop, ze zit bijna in het zuiden, ik moet me dus haasten want eens ik in het volle licht zit zie ik mijn scherm niet meer en moet ik de gordijnen naar beneden laten om verder te kunnen, wat zonde zou zijn, zonde van het licht dat ik afsluit, het licht dat ik broodnodig heb.
Het is nu 10.11 uur, dit zijn dus de eerste uren van mijn dag van 25 februari 2023. De uren erna zijn een toegift die ik enorm apprecieer. Zo gaat het bijna elke dag.
Vandaag aarzel ik, uitzonderlijk, om me aan te kleden. Echter niet al te lang, je weet maar nooit wie er langs komt.
|