Ik denk dat, op basis van wat ik schrijf en hoe ik schrijf, ik enkel gelezen word door mensen waarvan de geest een rustig landschap is, een geest die niet al te veel te kampen heeft met de dagelijkse beslommeringen van een beroepsleven en aldus geen tijd over heeft om aandacht te tonen voor wat ik hier breng.
Ik ben me hier ten volle van bewust. Ik weet dus dat mijn lezers behoren tot een zeer beperkte groep. Mensen die nog de tijd hebben even te gaan kijken wat er naast hun dagblad en hun TV en Radio nog te vinden is van een zonderlinge eenzaat die meent het voor het zeggen te hebben.
Ik zal dus, indien het een doel op zichzelf zou zijn, nooit de grote massa bereiken; zal dus nooit met hun kritiek, die er zeker zou zijn, geconfronteerd worden, wat dan toch een geruststelling inhoudt, want ik weet dat niet alles wat ik schrijf à 100 percent verdedigbaar is. Maar ik tracht origineel te zijn en vooral niet alledaags, altijd op zoek om bestaande grenzen te overschrijden en binnen te dringen in het onbekende, en wat dit onbekende betreft is er een massa te ontdekken of tenminste toch te benaderen, waar ik me tevreden mee stel.
Ik zit hier dan - of sta er dan – als op een verhoog, zwaaiend met woorden van alle slag waarmede ik jullie over de sloot wil halen om me te volgen elke dag gedurende enkele minuten om dicht bij mij te vertoeven en binnen te kijken in mijn gedachtewereld, hopende dat ik jullie treffen kan en je dag wat kleur kan geven die hij anders niet hebben zou. Ik denk dan aan wat er gebeurt met mij als ik vroeg in de morgen van Belà Bartók, zijn ‘Concepto voor Orkest’ hoor, dat ik kende maar in lang niet meer gehoord had, Bartók een componist zijnde die niet zoals Mahler of Bach of Beethoven regelmatig aan bod komt, hij is me er des te dierbaarder om.
Wel als ik binnenkom bij jullie wil ik ook het effect Bartók bereiken; Weet dat dit mijn betrachten is en als ik blijf optreden met mijn woorden dan is dit een van de redenen die me aanzetten om niet te versagen, maar door te gaan tot in het uur van het einde, dat ooit, ooit komen zal, liefst zo ver mogelijk in de tijd die nog voor mij ligt uitgespreid zonder al te veel doornen om dan, zoals Pessoa mijn bril te vragen om die mee te nemen, je weet maar nooit.
Vooruitzien is een eigenschap is beter dan terugblikken, wat soms een gram gevoel geeft, vooruitzien is een begin van beleven van wat nog mogelijk is voor jou, veel meer is het niet, maar het is een lichtpunt in het wazige van wat je nog wacht in the days ahead.
|