Van vroeg in de morgen, vroeger dan vroeg, leef ik in een wolk van de mooiste muziek die er is[1], hoe zou je willen dat ik het hebben zou over oorlog of haat of over al wat negatief is in mijn omgeving en er buiten.
Ik nodig die wereld niet uit en betreed hem niet, zeker niet in mijn geschriften die ik beschermen.
Wel is er in mijn achterhoofd de vrees dat het huidig conflict in Oost-Europa zich uitbreiden zou naar het Westen, en in mijn gesprekken komen die naar buiten maar in mijn geschriften mijd ik ze als de pest en best ook want wat kan ik erover te vertellen hebben: ik denk aan het menselijk leed en – en dit doet pijn – aan eeuwenoude gebouwen, kunstschatten, boeken, schilderijen, beeldhouwwerken die verloren zijn voor altijd. Jammer, meer dan jammer, een ganse levende cultuur die verdwijnt en tezelfdertijd elke sympathie die twee volkeren voor elkaar konden hebben die onmogelijk wordt.
Ik kan het vermelden en zeggen dat het een gekke wereld is waarin we zijn terecht gekomen, maar dit is ook alles, de rest wat mij betreft, is stilte en onmacht. IK hoor zelfs dat er kritiek is ontstaan bij de opvoering van de opera ‘Jevgeni Onegin’ van de ‘Rus’ Tsjaikovski in de Munt, of de geest van de Russische muziek die verpest wordt door Poetin en zijn clan.
Zo wie spreekt er nog van beschaving in deze dagen als de oorlog woedt aan onze grenzen?
Ik wijd er weinig woorden aan omdat ik binnen mijn eigen grenzen blijven wil, maar ‘Was nun kleiner Mann?’ scheef Hans Fallada in weliswaar andere omstandigheden, maar het is een vraag die we ons binnenkort zouden kunnen moeten stellen; Hopelijk nooit, maar de dreiging blijft.
Ik dacht niet als ik begonnen ben te deviëren in de richting waar ik aan gekomen ben; de tegenstelling is te groot met wat ik d acht, maar het is juist omdat de tegenstelling zo groot is dat ik dit verde ben gegaan dan nodig, dat er geen andere weg mogelijk was en dat van het ogenblik dat er een verkeerd woord gevallen is ik niet anders meer kon dan verder te gaan in die richting, hoe donker en uitzichtloos deze ook was, ik kon niet anders meer dan de onverwacht ingeslagen weg te volgen.
Een gedachte begint soms met een paar woorden, van dan af is er een waaier van mogelijkheden die opduiken uit de mist en een ervan krijgt onbewust de voorrang.
Zo gebeurt het, zoals vandaag, dat je aankomt waar je eigenlijk niet wenst aan te komen en zit je klem, waarbij het geloof in je kunnen een deuk krijgt als je poging eruit los te komen een misstap blijkt.
Zo ook begon je vandaag met Händel met de beste vooruitzichten tot de gedachte aan ‘Jevgeni Onegin’ opdook en je verloren waart, verloren voor de tijd van een blog.
Het gebeurt wel meer in deze late dagen van januari.
[1] Op dit ogenblik: George Frideric Händel, 1685-1759: Coronation Anthems – Zadok, the Priest
|