Als een vriend die ik niet noemen zal, maar hij weet het, geluisterd heeft naar ‘Klara’ de avond van donderdag 19 januari dan heeft hij aan mij gedacht zoals ik aan hem heb gedacht want ‘Klara’ bracht – voor mij die aan het schrijven was, totaal onverwacht - de Kamermuziekversie gemaakt door Arnold Schönberg van ‘Lieder eines fahrenden Gesellen’ van Gustav Mahler.
Ik genoot van die Mahler omdat ik wist dat hij ook misschien luisterde en ik aldus een band had met hem na maanden stilte tussen ons, of hoe we ingesteld zijn op kleine als op grote momenten in ons leven, en die Mahler was een groot moment, is altijd een groot moment, wat er ook gespeeld wordt van hem en, hij weet het van mij wat ik denk van Mahler dat hij de ingesteldheid heeft van een Bach, maar niet als een gelovige van de Kerk maar als een gelovige in al wat van de Kosmos is.
Anderzijds heb ik een andere vriend, een liefhebber van sonates, maar die als hij Mahler hoort ook aan mij denkt. Trouwens alle vrienden die ik heb associëren me met Mahler en velen onder hen ook met Dante en anderen, maar dit is een volledig andere geschiedenis, met Velikovsky. Dit is en ik weet het, hoe ik in de wereld sta na al die jaren, en er zijn vele jaren, soms denk ik hoe is het mogelijk.
Maar de dag is pas begonnen en ik vraag me af hoe hij zich ontrollen zal, in welke van de vele plannen die ik heb, ik vooruitgang zal kennen. Ik heb nog vele uren voor mij vooraleer de nieuwe nacht vallen zal. Ik weet wat ik te doen heb, wat ik nog te schrijven heb om dichter te komen, dichter tot waar ik wens aan te komen, al zullen het maar enkele stappen zijn, maar tevens ook dichter tot het einde van het einde.
Echter de hoop blijft dat het, nu ik eraan begonnen ben, een vruchtbare dag wordt qua gedachten en vooral qua geschriften, de Muze helpe me hierbij. En ik heb ondervonden dat ze me wel degelijk bijstaat in mijn ontdekking van w at het leven is en vooral niet is.
En wat het niet is voor mij is doelloosheid, is niet weten wat je wilt, en of je nog iets wilt; of je nog dit bereiken wilt of dat, die reis maken of een andere of, die vriend bezoeken of een andere, of thuis blijven gezeten in de zetel met een boek of het dagblad, het kruiswoordraadsel het belangrijkste deel ervan.
Ik zou hier willen stoppen vandaag, ik heb nog andere taken te vervullen en ben al een tijdje bezig, tijd die ik gewonnen heb op mijn slaap. Ik denk nog altijd dat het een winstpunt is maar ik weet niet wat mijn hart, wat mijn lichaam ervan denkt?
Hopelijk niets negatiefs. Ik denk nu aan Bernanos en aan de laatste woorden van zijn ‘Jounal d’un curé de campagne’: ‘Toute est grâce.’
Zo iets als ‘alles is ons gegeven’.
|