En toch vertel ik jullie niet alles, dit is de indruk die ik heb en blijf hebben, al weet ikzelf niet wat ik verzwijg toch weet ik dat er iets is dat ikzelf verzwijg voor mezelf, zo weinig schijn ik me te kennen. Ah, ik weet het, ik wou jullie zeggen hoe goed ik me voel, in de avond als ik slapen ga en weet dat na een tijdje alles in mij gaat stilvallen en dat ik de nacht kan ingaan in alle rust, in alle vrede; weten dat alle gedachten zich zullen stollen zelfs deze die gaan over wat ik de volgende morgen schrijven zal.
Is het belangrijk dit te weten? Neen, maar wat is er dan wel belangrijk als ik dit niet zou mogen vermelden, want het drukt mijn gemoedstoestand uit waarmede ik rondloop in huis, altijd in een zekere spanning om bezig te zijn met om het even wat, als ik er mijn geest maar bij betrekken kan, dit wil zeggen, dat ik bewust weet dat ik het ben die handelt en niet de lege man in mij.
Zo is mijn slapen gaan een bewust iets, betekent het een verlossing van tal van zaken, iets dat me overvalt zelfs in volle dag als ik de behoefte voel me even neer te leggen en de ogen te sluiten alsof ik enkel een lichaam was dat daar neerligt, ademend nog wel maar totaal gedachteloos, inslapend.
Of kennen jullie dit gevoel niet van gedachteloosheid, dat heerlijk gevoel van het erzijn leeg aan woord en handeling? Wel ik heb er nood aan en het me instellen op het slapen gaan is een hoogtepunt. Ik zeg het maar opdat jullie het weten zouden, ik weet het al lang maar zegde het nog niet.
Meer heb ik vandaag niet te vertellen over mezelf al kan het dat er nog andere verborgen dingen schuilen in mij, misschien wel wat men noemt grensoverschrijdende in om het even welke richting.
Ik begon hieraan in het midden van de nacht bij een eerste ontwaken, heb het neergeschreven en voldaan heb ik terug, met een nog beter goed gevoel, de gedachteloosheid opgezocht onder de lakens en bijna onmiddellijk terug ingeslapen. Wat kan ik meer verwachten van de nacht die zich uitstrekt tot in mijn leden en veel verder tot in mijn geest?
En de morgen is gekomen, de nieuwe dag die ik beginnen kan zoals ik hem gisteren begonnen ben en eergisteren. En de uren zijn voorbij gegaan, woorden die zich hebben neergezet, of was ik het die het heeft gedaan op hun verzoek, het kan allemaal.
Het kan zelfs dat ik de roep meen gehoord te hebben van een overleden verre vriend, Robert de Telder, de man van ‘De Tijd der Tijden’ om iets te doen voor hem, een onschuldige mail aan een even onschuldige dame onder een even onschuldige vorm, het resultaat ervan misschien niet zo onschuldig, maar het loopt uit op het me toesturen van werkdocumenten van hem.
Omstandigheden gecreëerd door de geest die aanleiding zijn tot andere omstandigheden die er onmogelijk konden geweest zijn ware ik niet open geweest voor een roep die ‘meende’ gehoord te hebben.
Of hoe het soms draait en keert in die gedachtewereld van ons en de materiële gevolgen ervan die terug leiden zullen tot nieuwe omstandigheden met andere gevolgen en zo verder de oneindigheid binnen, uiteindelijk veroorzaakt door een gemende roep die er was of helemaal niet was.
Of over het uitlopen van gevoelens, reële of ingebeelde als je even wakker wordt in de nacht.
|