Enkele dagen reeds dat hij zich verloor in de ‘Short Stories’ van Isaac Bashevis Singer[1] en deze morgen voelde hij de rust van het landschap die binnensloop in hem als hij het slot las van’The yearning Heifer’* :
‘The night rained meteors… The sky like the earth could not rest. I yearned with a cosmic yearning for something which would take myriads of light-years to achieve. Sylvia took my hand…’
Hij dacht hetgeen hij altijd bewust had geweten, dat een schrijver, een binding hebben moest met de kosmos en dat deze binding een religieus gebeuren was, dat in dit domein elke creativiteit limietloos was. Dat alles kan gezegd worden, kan geschreven worden, zelfs wat niet onmiddellijk te begrijpen valt. Het is een spiegelbeeld van de gevoelens die bij het schrijven plots opduiken en die niet precies in woorden te vatten zijn, ook omdat ze niet ontvankelijk zijn in woorden.
Zo, Singer :
‘I yearned with a cosmic yearning for something which would take myriads of light years to achieve. Of het gevoel dat hem overweldigt, vertaald als a cosmic yearning.’
Dit gevoel, deze hunker naar wat niet te noemen is heeft hem, o zo dikwijls overvallen. Het begon bij Gilliams misschien, in zijn Elias,
Of toen hij Hamsun las en Gullbransen, Hemingway en Faulkner en Steinbeck, toen hij Proust en Stendhal las, en T.S. Eliot ontdekte en zovele, zovele anderen.
Hen te lezen was een grote weelde en liet hem telkens met een nasmaak ook te willen schrijven maar dan, zoals Pasternak een boek waar hij zijn ganse leven aan werken zou, om het dan af te leveren de dag van zijn dood.
En in hem lagen de vele zaden die hij had opgeslagen, die hij nu maar te zaaien had in de vochtige, vruchtbare aarde opdat ze kiemen zouden en er bomen uit oprijzen zouden, hoog en statig. Al kon het ook en dit vreesde hij dat het bomen zouden zijn die niet meer zouden thuishoren in het landschap van de Letteren.
Maar nog Singer:
‘I truly felt the earth cruising around the sun, running a sure course through the milky way for some divine purpose. Don’t be in despair I said to myself. God cannot be so mute, so deaf and amoral as the materialists profess.
Hoe moeilijk het wel is om toch nog iets nieuws te kunnen schrijven, iets dat nog niet werd gezegd of geschreven, al was het slechts een oud begrip in nieuwe woorden. Want hij geloofde in een ‘divine purpose’, of het nu goddelijk in oorsprong was of niet, het was het bestaan van een spiritueel organisme, als zo iets zou kunnen bestaan, dat diepte, bestemming en bezinning gaf aan elke handeling die de mens kan stellen.
Hij denkt, Singer volgend zit ik eens te meer op mijn droomtrein die me naar Vladivostok voert en oneindig verder nog, tot binnenin het onnoembare, dat my yearning is.
[1] Isaac Bashevis Singer: Short Stories. Ed. Penguin Books
*Heifer: jonge koe, kalf.
|