Hoe profileer ik me onder de mensen, op welke wijze tracht ik de aandacht naar mij toe te halen in deze omgeving van dagbladen tijdschriften en boeken om maar niet te spreken van radio en televisie? Mijn blog is er een van, hij wordt verspreid en gelezen door een twintigtal: mijn boek, ‘De Adem van de Dagen’ bracht, buiten deze van enkele vrienden, niet de minste reactie op van uit de literaire wereld, het was een dood geboren kind.
Zo, weggedoken in mijn cel, wie ben ik voor de wereld, niet veel, niet om er woorden aan te wijden. Ik schrijf dit om mezelf te overtuigen dat ik wel besta, dat ik wel pogingen heb gedaan om bekendheid te verwerven maar mijn woord en mijn optreden was te luttel om te bereiken wat ik wou bereiken, namelijk uit het anonieme treden om een plaats te verwerven niet in de Canon van de Vlaamse Letteren, maar dan toch een vorm van bekendheid buiten mijn vrienden- en kennissenkring.
Ik weet dus wie ik werd en was en beter nog wie ik ben en waar ik sta, eigenlijk nergens. Het redelijke hierbij is dat ik me er bij neerleg, dat ik in een fase van mijn leven gekomen ben het te houden bij het minimale en het hogere af te zweren als zijnde ontoegankelijk voor mij.
Ik ervaar het zelfs niet meer als een nederlaag, ik ben immuun geworden wat dit betreft en aanvaard, nu meer dan ooit de man die ik ben als literator, wellicht een van de velen die hun uren vullen met het schrijven van onsterfelijke(!) werken.
Ik heb naast mij ‘Verschuivingen’ de essaybundel van Stefan Hertmans. Om te beginnen is het een parel van een uitgave qua papier, druk en vormgeving, het ligt goed in de hand, een streling voor het oog en dan zijn de woorden doordrongen van wijsheid, van letterkundige grootheid en belezenheid. Ik ga erin op, ik verlies mezelf erin, en als ik vergelijking maak met wat ik schreef dan weet ik dat ik op de plaats sta waar ik sta en dat ik niet het recht heb een hogere op te eisen.
Ik matig dus zo ver en zo veel mogelijk mijn verwachtingen over wat ik presteer. Ik blijf trachten het maximum te bereiken in wat ik doe en is dit maximum maar een minimum voor anderen, tot daar toe,’for us there is only the trying, the rest is not our business’.
Deze zin van T.S. Eliot, de man van de vele (?) vrouwen en van ‘The waste Land’, is een leidraad geweest in mijn leven: doen wat je te doen hebt en kijk niet om naar wat de anderen erover denken of schrijven.
Ik heb heel wat lof gehoord over wat ik deed, enkelen hebben het geschreven. Ik denk dat ik verder mag op de weg die ik lang gelden ben ingeslagen, die ik, vooral nu, zeker niet verlaten mag, maar dat ik verder moet zoals ik bezig ben, zo lang ik er ben.,
Dit is een eerlijk verhaal dat ik hier achterlaat, meer voor mezelf dan voor jou, mijn lezer.
|