Wat ik nog te doen heb volstaat om elke dag bezig te zijn. Ik som het niet op, ook omdat ik het niet precies weet, ook omdat het elke dag zich wijzigt en ook omdat ik er geen verplichting wil van maken, bezig zijn is mijn krachtwoord, is mijn inzet, en bezig ben ik, ik denk meer dan ooit, maar dan zonder de minste stress.
Ik ben zoals de natuur, hij valt niet stil, hij opereert dag en nacht, zelfs als hij zich rustig houdt in herfst en winter is hij onderaards wel bezig met iets. Ik ook opereer blijvend, weliswaar meer in de dag dan in de nacht, in de dag is het ook manueel, in de nacht is het maar in gedachten, maar ik ben altijd aan het werk, zelfs als ik neerlig op de sofa, zelfs als ik even de ogen sluit, het is mijn geest die wil dat ik actief blijf, dat ik hem volg waar ik hem volgen kan. In deze mate blijft mijn actief leven in de eerste plaats afgestemd op de blog die ik te schrijven heb. Mijn dag is ermee gevuld is het niet schrijvend, het is in gedachten.´
We hebben elk onze eigen wereld, die van mij is heel eenvoudig geworden, ik kom niet meer buiten, ik lees geen dagblad meer, behalve de Standaard der Letteren nu en dan, en het nieuws, het grote en het kleine laat ik aan mij voorbijgaan.
Ik leef in de wereld van de geest, wat ik voortbreng kent heel wat schommelingen, noem het meanders die de geest doormaakt; wat nieuw is voor jullie is voor mij een vervolg, of om het duidelijker te stellen, ik volg een weg over een lange afstand en wat jullie telkens krijgen is een stukje weg eruit geknipt.
Ik dacht er ooit aan een verhaal te beginnen; me te binden om een doorlopende tekst te schrijven, maar dan moet al mijn denken in die richting geleid worden; kan ik me geen enkele sprong (in het ijle meer veroorloven; kan ik gedachten die de gewenste lijn niet zouden volgen, nergens kwijt, terwijl ik ze nochtans niet kwijt wil.
En dit is het dat me belet, dag aan dag een doorlopende tekst te behouden. Dit is waar ik voortdurend word mee geconfronteerd, en ik heb er geen oplossing voor, het is en blijft een doos met kleine stukjes gedachten, zoals bij Pessoa, ik vermag enkel verder te gaan zoals ik bezig ben: elke dag stukjes tekst knippend uit de weg die mijn gedachten afleggen.
Ik was in volle natuur, ik verheugde me erop in de luchten een belofte te voelen, een poëtisch voedende kracht in de val van de bladeren om me heen: de tekenen van de herfst die me inspireren zouden tot rustige woorden, vertellend over een rijkheid aan kleuren, een rijkheid aan geuren van grassen en water van vergane bladeren; geuren en kleuren waarin ik me dompelen zou om de geluiden van de voorbije weken van mij af te schudden en waaruit ik vernieuwd zou zijn opgestaan. Ik dacht het, maar de intensiteit van het gebeuren om me heen was niet krachtig genoeg om iets in beweging te brengen. Ik ben heel stil gebleven, had geen woorden om iets verheffend te zeggen en ben stil weer weggegaan zoals ik stil gekomen was.
Binnen in mij was er weinig of niets geroerd, was alles gebleven zoals het was.
|