Ondanks ik er in slaag geen dagen over te slaan is het vertrouwen in mezelf eerder laag, is er de vrees dat er een dag komt dat ik niet meer in staat zal zijn een blog te schrijven, daarom, al heb ik er een gans etmaal voor, is het zo dat ik er, vóór het licht opkomt, wens mee klaar te komen. Het is dus de vrees van ‘het-niet-slagen’ die ik elke dag zo vlug mogelijk wens te overwinnen opdat ik het overige van mijn dag onbezorgd zou kunnen doorbrengen.
Een andere reden is er niet, want een blog is voor mij iets dat los staat van de dag, dat een afzonderlijk gebeuren is, een bevalling die moet plaats vinden, pas daarna kan en mag mijn dag beginnen en zijn zoals ik wens dat hij is. Zo ben ik ingesteld, zo ben ik een gespleten man geworden, deze van zijn blogs en deze, de gewone, van zijn dag.
En, in wat er geschreven wordt ligt een gans leven geborgen. Er is geen woord dat geen binding heeft met al wat er is aan voorafgegaan en evenveel met alles wat nog komen kan. Geen feit is er, geen herinnering aan wie of wat ook, dat nooit aan bod komt in de woorden van een of andere dag. Mijn blog is aldus, wat er ook moge staan, een hologram van de totaliteit van wie ik ben en was en hoopte te zijn.
Ik geef degene die schrijft een andere naam om aan te tonen dat er in mij nog een ander iemand aanwezig is. Hij staat er elke morgen als redacteur en elke morgen wil hij dat ik schrijf wat hij me zegt.
Het is dus geen gewoon leven dat ik leid, maar een dubbel, een als een gewoon iemand die geen nood heeft te schrijven en iemand die niet nalaten kan te schrijven. Zo besta ik al een tiental jaren – in feite al een gans leven - en ik geef me er ten volle rekening van én schrijver te zijn én gewoon mens die, zo is het nu, met pijn luistert als het komt op ‘Klara’, naar het andantino uit de vijfde symfonie van Mahler, een pijn die ook de schrijver-man in zijn woorden legt.
Ik denk dat elke schrijver, elke kunstenaar in zijn creatief-zijn die gespletenheid kent. En die iemand in mij, in zijn overmoed, voelt zich in zijn grote momenten onuitputtelijk. Hij vertoeft dan op een aarde zwevend boven de aarde, een eiland zoals dit van Dali drijvend in de luchten.
Hij is zelfs zo overtuigend dat hij me soms meesleept en dat ik hem geloven ga, dat ik me ga vereenzelvigen met hem, wat gevaarlijk is want het zijn dromen die ons in de ban houden voor een lange tijd;
Een troostende lange tijd.
|