Het is een gewoon iets de volle maan een tijd lang te zien in de morgen als een ronde, bleke schijf laag boven de horizon en te zien hoe ze langzaam opgeslorpt wordt door het morgenlicht.
Je noteert het vanuit je ontwaken omdat er niets anders is om te noteren dan het blauw van de luchten en de schijf van de maan. Je hebt ook niets anders nodig als je wakker wordt: de volle maan, een witte cirkel op het tere blauw van de luchten is je voldoende, al wat erna zal komen zul je zien als een bonus, als een winstpunt voor je nieuwe dag, hoe nieuw weet je nog niet, toch is het ergens al geweten wat ik schrijven zal, want ware het niet geweten het zou er nooit gekomen zijn. Aldus vervolg ik maar en terwijl de maan stilaan verdwijnt - nu rest nog een bleke schijn ervan - komen de woorden. Het houdt me bezig, er is zelfs een vage spanning in mij wachtend op het volledig verdwijnen uit het zicht en toch weten dat ze er nog is op de plaats waar ze verdween.
Nog een lange tijd zal ze er zijn, ze zal ons, geborgen in het licht, volgen de dag door om er terug te zijn in de nacht bij helder weer. Ik hoef er niet aan te twijfelen want ze is een trouwe gezellin van de aarde en van ons mensen op de aarde, om dan weer op te duiken helder en vandaag bolrond in de opening van de nacht.
Waarom, zul je misschien vragen, waarom aan iets zoals de maan een blog wijden? Ik ook stelde me die vraag, het antwoord hierop kan enkel zijn dat ik uitzonderlijk het fenomeen van de opslorping van de maan door het licht te zien heb gekregen – een geschenk dus – en dat ik het te zien kreeg, door het open raam, neerliggend in mijn bed en ik het aldus vermelden zou opdat de maan eens in het centrum van de belangstelling zou komen te staan, iets wat niet zo dikwijls gebeurt, toch bij mij niet.
Maar vandaag is het een bijzonderheid omdat ik de maan volgen kon vanuit een uitzonderlijke hoek en vertoevend in een uitzonderlijke stemming, alle aandacht schenkend aan het verdwijnen van de maan op het laken van de morgenlucht. Want, wie anders heeft er oog voor?
Zo het mag eens gezegd, zelfs al is het niet zoveel, het is toch een fenomeen: het volgen van de maan van in zijn bed, het is niet aan elk van ons gegeven. Wel aan mij deze morgen, daarom ook voel ik me genodigd om het te vermelden als iets van het vele gebeuren in de morgens van ons leven die we zelden vermelden, ik dan toch niet.
Jij wel misschien?
Ik had aldus vanmorgen de hulp van de maan, hulp van buiten uit, want hoe wil je dat ik zou blijven blogs produceren als ik geen hulp zou krijgen, van waar of van wie ook?
|