Ik heb vanmorgen, onvoorzien, mijn momentum van het schrijven laten voorbijgaan tot ik, gelukkig, als geschenk uit de hemel, bijgaande foto van het rijpe tarweveld kreeg toegestuurd, komende van de beeldhouwer Daniël Janssens, wiens werk, even rijk als rijp je ontmoeten kunt op zijn www.
Ik weet niet of zijn kunstwerken ook te vinden zijn in een of ander museum. Een feit is zeker je zult ze niet vinden in de SMAK in Gent, wat eigenlijk een referentie is voor zijn werk; ook de foto zelf zul je er niet vinden, hij is te innig natuurgetrouw, te oneindig veelzeggend.
Wat mij betreft, ik beken het, is het zelfs een ontroerende foto als ik zie hoe helder en klaar en goed gevuld de tarwearen er staan, een perfectie met de luchten boven de donkere lijn van de horizon.
Welke volheid van betekenis aan natuur en leven ze bezitten en welke impact ze hebben op iemand die er niet meer langs kan wandelen, niet meer horen kan hoe de wind er is, hoe de stengels schuren tegen elkaar, hoe de geur is die er hangt over het veld, die dit alles niet meer meemaken kan, zoals hij vroeger deed, een aar ervan plukte om de korrels vrij te wrijven in zijn beide handen, de korrels te ruiken, te voelen, en de tarwekorrel te proeven, de smaak ervan opnemend lijk de smaak van vreugde.
Je jeugd een korenveld van vroeger waar je barrevoets langs liep, waar je je in verborg om Jules Verne te lezen of, ‘Eeuwig zingende bossen’ of, De Witte of Jeugd van Ernest Claes.
Mijn God, wat een ongelooflijke rijkdom het korenveld was of het nu tarwe was of rogge, of gerst of haver, het was gouden, het was leven – én, in een ogenblik van verdwazing, zeggen dat het de dood betekende voor Van Gogh - maar dat alles, met de leeuwerik erboven, ineens terug tot jou gekomen.
En verder nog, jij als knaap die de bussels bond die vader pikte, deze opstelde met hem op het veld om verder te rijpen tot je ze met paard en kar kwam ophalen om ze te stapelen op de schelf met de strepen licht, gevuld met stofdeeltjes, door de losliggende pannen op het dak.
Dit alles in die foto, genomen niet alleen met inzicht en kunde, maar ook met een grote, volwassen liefde voor wat is van de natuur om ons heen, voor wat is van de vruchtbare aarde en van de kennis van de boer die de graankorrels zaaide.
Jules Verne was het in ‘Het geheimzinnige Eiland’ die wist hoeveel korrels graan een aar telde en hoeveel korrels hij na twee zaaibeurten opbrengen zou, je droomde ervan en kende de waarde van een korrel, tot Rudolf Steiner kwam die vertelde dat, als hij lang staarde naar een korrel zaad, hij hierin de kiemkracht kon ontwaren, lijk een heilig vuur erin dat branden bleef.
Dit ook is het korenveld, zijn de aren waarvan je weet hoe het voelt aan je hand als je ze streelt als je er langs gaat met je handen.
Een ook de zegen van de geuren van versgebakken brood als moeder de oven opent in de valavond en het brood binnendraagt voor het avondmaal. Niets is heerlijker dan de geuren van versgebakken broden bij het aansnijden ervan.
Dit alles is van de foto die ik toegestuurd kreeg deze morgen, en veel meer nog.
|