Heb naast mij een stapel boeken liggen die mogelijks als ik het onderlijnde erin raadpleeg het begin kan zijn van een blog. Ze kijken me vragend aan maar elke dag ga ik er meestal aan voorbij, of neem ze hoog uit eens in de hand om ze daarna terug te leggen. Ik weet dat ik hen onrecht aan doe, een vreemd gebaar is het omdat er achter elk boek een schrijver schuilt die smeekt om gelezen te worden – zoals ik smeek dat mijn blogs gelezen worden.
Ik heb echter elke dag nog gedachten genoeg die vragen om genomen te worden. Dus er is geen gebrek aan ideeën, voorlopig nog niet. Het kan dat ik dit in de loop der jaren al enkele keren heb gezegd, ook dat het ritme van mijn blogs eroor gezorgd heeft dat het schrijven ervan, de krachtlijn van mijn leven is geworden, mijn levensadem eigenlijk, zonder deze zou ik verwelken en opgaan in ouderdom zoals er zovelen zijn. Ik mag dus de hemel dankbaar zijn dat mijn levensadem gevoed wordt door mijn blogs en vice versa, zonder mijn blog was ik, wat ik noem, een levende dode.
Tezelfdertijd, en het is Pierre Hollevoet die me eraan herinnert - hij was van 1928 - realiseer ik me hoe dicht ik mijn eindpunt genaderd ben. Nochtans geef ik me er pas nu en dan rekenschap van, ik heb het bericht van iemand anders nodig om te weten hoe rakelings dicht ik gekomen ben. De ernst van het leven krijgt het gelaat van de dood. Ik weet dat ik hem gedenken moet met woorden, dat ik een éloge funèbre had moeten schrijven maar bij hem heb ik, eigenaardig genoeg, niet het gevoel gehad dat hij is heengegaan, neen, het is alsof hj dichter tot mij is gekomen, alsof ik hem raken kan, alsof hij bij mij staat en toekijkt bij het schrijven van deze woorden. Ik had het niet nodig, ik voelde die drang niet en nog steeds niet.
Trouwens hoeveel woorden zijn er niet die nooit geschreven worden, Pessoa wist dat de mooiste en de meest prangende woorden nimmer geschreven worden. Ik denk erbij en wellicht dacht hij het ook, omdat het geen woorden zijn maar gedachten die het verwoorden ervan ver overstijgen.
Ik hoor nu hoe de afscheidsceremonie verlopen is. Het was een hoogstaand evenement door de familie en de vrienden gebracht. Het verheugt me want hij verdiende het, hij was een grote persoonlijkheid en het is als een broer van mij dat ik me hem blijf herinneren, hij spreekt met mij elke dag en er zijn er nog die ik elke dag ontmoet in mijn gedachten.
|