Moeder, vader, waarom lezen wij, wat is het dat ons aanzet om boeken te verslinden alsof het warme broodjes waren? Het is een vraag, die mag, die moet gesteld worden dan toch door iemand die schrijft?
Waarom lezen jullie elke dag mijn blog, soms in het midden van de nacht, soms vroeg in de morgen? I wonder. En ik zoek niet naar een antwoord, ik zou me schromelijk kunnen vergissen. Wat echter belangrijk is, het zet me aan verder te gaan met wat ik zo lang al doe.
Het is meer dan een wandeling, het is een uitdaging, ik daag mezelf uit, ik wil weten of ik het blijf kunnen en hier wijk ik niet vanaf al kost het me heel wat, ik wil volhouden.
Gekheid?
Neen, het voedt me, het doet me leven, het houdt me wakker en uitzonderlijk levend. Kan er een betere reden zijn op mijn leeftijd dan in leven blijven en dan nog wel sterk geestelijk?
Wellicht is het dat wat ik bewijzen wil aan jullie en aan mezelf, mijn pogen om toch maar niet te vergaan in nutteloosheid. Ik heb dit reeds verwoord in alle mogelijke vormen en woorden, ik herhaal het en blijf het herhalen: elke dag/morgen pep ik me op, neem ik mijn drug om op het einde van mijn betoog er een gelukkig gevoel aan over te houden. Soms een gevoel van een glas champagne, soms het gevoel van een glas cava, maar elke blog is een overwinning op mezelf. Ik hoop maar dat het in een zelfde mate, verbazing of verwondering betekent voor jullie.
Gisteren was er een ogenblik vertwijfeling, ik was vertrokken in een vreemde richting en geraakte pas na middernacht op een aanvaardbaar pad om te besluiten, het zijn dan dagen van spanning en vrees niet tijdig klaar te komen met mijn verhaal.
Eigenlijk, hoe ik het ook opvat die spanning is er altijd ook als de woorden gemakkelijk komen, omdat ik weet, dat ik zodra het laatste woord daar is ik denken moet aan wat erna kan komen. Zo weet je dat je nimmer uitgeschreven bent dat er altijd een vervolg is of een nieuw begin.
Een rit gewonnen in de Ronde van Italië bevrijd je niet van het rijden van de volgende rit, kampioenen weten dit, zoals ik - geen kampioen - het ook weet.
De sleur, die elke dag zou kunnen zijn wordt aldus een attent zijn op het minste teken dat je wordt aangereikt, en niet alleen deze die van ergens komen maar vooral deze die van nergens komen en je met voorrang koesteren moet. Ze komen rechtstreeks uit de hemel al weet je niet uit welke hemel de tekens zijn er toch.
Dankbaar maakt je er gebruik van als ze er zijn want ze zijn je adem.
|