Wat ik inlog, ik weet het, het is niet de perfectie al werk ik naar mijn best vermogen, al handel ik het af met de grootste zorg toch kan ik er niet 100% op vertrouwen dat wat ik overlaat, foutloos geschreven is en duidelijk te begrijpen. Maar al te dikwijls bij het herlezen in de morgen van mijn ingelogde blog, kom ik tot de bevinding dat er nog fouten of onduidelijkheden in de tekst voorkomen.
Er is wellicht een reden voor, ik neem teveel hooi op mijn vork, het wordt te zwaar, ik wil teveel zaken ineens afhandelen en dit werkt storend, vooral nu ik in een gevecht zit met de tijd en ik na drie à vier uur werken de vermoeidheid voel aankomen, wat nefast is voor een mens zoals ik.
Wat is er van de schrijvende mens en ook, wat is er van de componist, van de man of vrouw, wiens of wier woorden klanken zijn. Hoe schrijft hij/zij de noten muziek, komen deze uit de piano, uit de viool, moet hij/zij ze eerst horen, of gebeurt het zoals het een tijd gebeurde bij Beethoven, uit zijn hoofd, of opgepikt uit de ruimte omheen hen?
Elke morgen, Klara beluisterend, ben ik hiermede geconfronteerd, hoor ik stukjes muziek waarvan ik me afvraag, hoe is men er toe gekomen deze klanken uit te zoeken en neer te zetten op de notenbalk, sommige mooi onderlijnd door een melodie, sommige verbrokkeld in een aanloop tot een nieuwe melodie – Mahler terwijl ik dit schrijf - die dan uitgesponnen wordt door een hobo of fagot, of dwarsfluit, zoals zo dikwijls bij Mahler. Ik ken niets af van muziek, maar ik sta telkens, als ik aandachtig luister, verbaasd hoe innig de klanken in elkaar verweven liggen, waarbij het gebruikte instrument er een ander klankaspect aan geeft, Mahler is hierin een meester én in zijn symfonieën én in zijn Lieder, hij heeft trouwens, naar ik meen, weinig kamermuziek geschreven alsof het hem te min was.
Ik bezit enkel het klankengamma van het woord, dat ik terloops zoek te gebruiken, om te trachten bepaalde gevoeligheden aan te geven, maar mijn pogen is afgestemd op de kleur van de woorden die zo duidelijk mogelijk een betekenis moeten dragen.
Ik lees ook mijn teksten niet luidop, ik lees ze binnensmonds wat echter niet betekent dat ik geen gevoel zou hebben wat de klankwaarde van een woord betreft. Daarom ook voel ik me een beetje als een componist in woorden.
Ik treed dan op als een snookerspeler, deze moet niet alleen de gekleurde bal goed raken maar tezelfdertijd zorgen dat de witte bal op de juiste plaats komt om de volgende bal te spelen. Misschien is dit de reden waarom ik fouten achterlaat of onduidelijkheden in mijn geschriften.
Zo, ik herhaal hoe schrijven we. Hoe komen we er toe woorden bij elkaar te brengen, lijk klanken met betekenis erin. Dit is wat elke dag zich voordoet, en wat ons zo kwetsbaar maakt. Want
het schrijven wordt aldus een verzaken aan de vele geneugten van het leven die we vervangen door de moeite die van het schrijven is.
Of het de moeite waard is, weet ik niet. Wat ik wel weet is dat we gemaakt zijn om de moeite van het schrijven meer te waarderen dan de vele frivoliteiten die van het leven zijn.
Ik heb wat mij betreft, hier nog geen spijt van gehad, trouwens vandaag is het te laat ervoor
|