Ik voel me een eenzaam man, zo eenzaam in alles wat ik doe en zeker in wat ik schrijf. Wie heeft er dan nood aan om me te lezen en deel te hebben aan deze eenzaamheid?
Het is nu eenmaal zo dat ik niet leef in de actualiteit van elke dag in mijn geschriften. Ik leef er wel in en heden ten dage heel intens zelfs maar niet in mijn woorden, deze houd ik om over andere dingen te schrijven en dan zijn de onderwerpen anders getint, hebben die niet de kleur en de inhoud van de gewone dingen, zijn het onderwerpen in de diepte van het zijn, van het ‘Dasein’.
Mijn ganse leven wordt aldus hierdoor omlijnd. Eens ik neerzit voor mijn klavier - vroeger voor mijn wit blad - word ik een ander mens, kruip ik weg in een soms dwaas gefilosofeer over God, over de dood of de eeuwigheid van de geest in ons.
En wat weet ik er meer over dan jullie, welke nieuwe zaken kan ik jullie aanreiken die aanvaard kunnen worden eens ik mijn dagelijks landschap bewandel.
Begrijpt dan mijn eenzaamheid als schrijver van een blog, gelezen eerder door vrienden die me aanvaarden dan door anderen die nimmer van me hoorden. Ik denk dan ook nu al aan wat me overkomen zou/zal eens ik terecht kom in de wereld van lezers in veelvoud om me heen, wat ik, op mijn leeftijd - die geen discussies meer aankan - te verwerken zou/zal krijgen. Want sta ik dan zo vast in mijn schoenen met al wat ik vooropstel over de onderwerpen die ik behandel?
Wat ik bundelde is het relaas van een denkend man, die in de herfst op het toneel verschijnt en het in de lente hals over kop, verlaat, alles achterlatend om er nooit meer op terug te komen: alle verhalen die een begin kenden achterlatend in de gedachtewereld van de lezer die dan maar zelf verder de zaken bedenken moet.
Een gevaarlijk standpunt dat ik hier inneem omdat ik anders met een bundel van achthonderd pagina’s zou geconfronteerd worden in plaats van een bundel met een goede driehonderd. De enige verdediging die ik heb is dat ik heb willen schrijven in de diepte en niet in de lengte.
Het gaat dan ook meer om het relaas van een gedachte in plaats van het verhaal van een leven. Een verhaal, en ik stel dit pas nu vast, zoals George Steiner schreef met zijn boek ‘Errata: an examined life’, of het verhaal van de fouten na onderzoek van wat het leven was of is.
In feite is het daar dat mijn werk, mijn lang geschrift - een geschrift van vele, vele jaren - over gaat.
Is mijn leven fout geweest, stond ik, met mijn hang naar het poëtische, naar het spirituele, aan de verkeerde kant of, is het een schot in de roos geweest, wie zal het me zeggen, de tijd?
|