Het is een lange tijd al dat ik je dagelijks, met de regelmaat van het getik van een oude staande klok in een oude kamer, een brief schrijf en blijf schrijven. En er komt, schijnbaar althans, geen einde aan, noch aan het gestadig getik in de stilte, noch aan de brief die je onder ogen komt op het uur dat je uitkiest, hetzij vroeg in de morgen, hetzij, zoals het gebeurt, laat in de avond, zelfs in het begin van de nacht.
Wat er vreemd aan is, maar dat weten we niet, we kunnen het slechts vermoeden, is dat ik de erop volgende brief schrijf terwijl jij me aan het lezen bent. Er kan dus, in dergelijke omstandigheden, een zekere wisselwerking bestaan tussen ons. Ik denk - maar ik denk altijd heel veel - dat ik uit het feit dat jij me aan het lezen bent, elementen verzamel die uitgaan van jou en mij op weg helpen om e stof te vinden om een nieuwe, andere brief te schrijven. Ik concludeer hieruit dat je als lezer, in reactie op wat ik je voorleg, telkens onbewust meewerkt aan de brief die ik schrijf voor de volgende dag.
Je bent dus in een zekere mate mijn Muze, mijn inspiratie bron. Hoe dit werken kan weet ik niet, maar soms heb ik het gevoel dat die geheimzinnige overbrugging een feit is en dat woorden en zinnen binnenkomen waar ik nog niet aan gedacht had.
Wat er ook moge van zijn, in een zekere zin ben ik je dankbaar als je me leest, omwille het gevoel dat dit achterlaat bij mij, of het nu zo is, of zuivere inbeelding is, het is me om het even, het werkt.
Zolang je er bent als lezer kan er me niets overkomen want, je bent mijn inspirator, mijn steunpunt waar omheen ik me blijf wentelen en aanvullen.
En ook, een brief schrijven is vandaag gemakkelijker dan vroeger, ik hoef niet meer elke dag pen en papier te nemen om te schrijven wat jij, hierover onwetend, me zou dicteren van uit je wereld, om daarna, wat het aller moeilijkste is voor mij, met de brief naar het postkantoor te gaan.
Samen hebben we dus heel wat geluk dat het gebeuren kan op de wijze waarop het gebeurt. We geven er ons eigenlijk geen rekenschap meer van hoe enig, hoe geweldig dit is. Hoeveel vernuft er achter schuilt, hoeveel kennis van uiterst knappe geesten er niet nodig was om te bereiken wat bereikt werd. Ik ben een leek voor dergelijke zaken die me nu, die ons nu, zo maar in de schoot worden geworpen.
In dergelijke omstandigheden is samenwerken een heil en vreugde, ik kan nu mijn brief doorsturen naar de vier windstreken tot in de verste uithoeken van de aarde. Wie had ooit kunnen denken dat dit mogelijk zou geweest zijn? En toch is het, kan het. Wat is het volgende dat ons verrassen gaat?
Dit is dan vandaag het resultaat van onze zoveelste rendez-vous, onze zoveelste verkenningstocht in het landschap van ons beide.
Moge, mijn lezer en mijn vriend, het heel goed gaan met jou.
|