De oorlog in Oekraïne laat me niet los, hij bezit me, tot in het diepste van de nacht is hij aanwezig in mij, ik ben een gevangene ervan, kan me er niet van bevrijden, ook, en zeker niet in mijn geschriften. Hoe moet ik verder en met wat?
Er is wel altijd ergens een oorlog geweest, maar deze die nu aan het woeden is overtreft me. Ik wil al het nieuws erover kennen, maar wat ik verneem is schaars en enige zekerheid over de echtheid ervan heb ik niet. Echter, ik blijf erover dromen tot in het absurde want ik ben aanwezig onder hen, ik sta met hen op de bres, ik sta met hen in de eerste linie, wel niet klaar om te helpen maar om raad te geven. Het is een obsessie en het blijft een nachtelijke obsessie, die verder loopt in de mazen van de dag.
Het is zeker niet wat je verwacht van mij, wat ik verwacht van mij, maar het is deze morgen sterker dan mezelf. Ik heb het nieuws gehoord, de wurggreep om Kiev die duidelijk toeneemt, en het einde van het conflict dat verder en verder wegebt.
Nogmaals, hoe moet het met mij - weten jullie het? - en met deze geschriften van mij?
Een smeekbede. Ik voel me machteloos, ik voel me achtergelaten, mijn gedachten stervende, ikzelf verdwijnend in het massale van wat er aan het gebeuren is. Ik trachtte twee dagen al eraan te ontkomen, me weg te schrijven ver van alle onheil en ik slaagde erin, dan toch voor mezelf, maar wat ik verneem blijft te veel hangen, vandaag meer dan gisteren. Vandaag word ik overrompeld, omdat ik voel dat jullie ook overrompeld worden, dat onze gedachten over de waarheid van alles, overhoop worden gehaald met de zinnige als onzinnige woorden die er worden over uitgestort door onze vertegenwoordigers van het volk of door kenners van allerlei slag of aard.
Mijn vraag blijft dus meer dan ooit, wat verlangen jullie van mij waaraan ik zou kunnen voldoen: kruip ik binnen in mezelf en sluit ik de ogen voor de buitenwereld, jullie vertellend over wie ik ben, hoe ik geworden ben wie ik ben, welke avonturen ik heb meegemaakt, waar en wanneer en hoe, en verder, zwijgen over de wereld en de mensen in die wereld?
Kan ik, in afwachting, mijn gedichten van vroeger opzoeken en zuiveren van al het overtollige aan woorden en aan beelden, of is het zo dat de tijden die zijn, geen tijden zijn voor gedichten of voor enige vorm van poëzie?
Jullie lezen me, jullie kennen dus die kwelling niet van het schrijven over gewone dingen als de levensomstandigheden van velen op je eigen netvlies blijven gebrand. En, anderzijds wil ik er ook niets aan toevoegen, er is immers al zoveel te zien en te dragen.
Zo vergeef me deze morgen als alles me te sterk wordt en ik er onder bezwijk in mijn woorden die deze zijn van een oud man met de voet al in de stijgbeugel - en el estribo - Cervantes volgend.
Het is, in elk geval, het beeld dat ik meedraag van mezelf, weinig meer is er nog nodig.
|