Ik kreeg gisteren een zin toegestuurd, volgens Julian Barnes,van uit het Universum en ik betwijfel het niet. Maar deze uitspraak kent gevolgen, want als ons gedachtenveld zich bevindt buiten ons lichaam, in een soort van elektron- of neutrino-gordel omheen de aarde of, verspreid over de ganse Kosmos, dan kan ons sterven geen impact hebben op dit gedachtenveld zelf, enkel het contact ermede wordt verbroken.
Dit is iets waar ik nog niet aan gedacht had, iets totaal nieuw en iets moois. Mijn gedachten blijven voortleven, blijven aanwezig, ergens, dat een soort van aards nergens is, om vroeg of laat opgenomen te worden door iemand anders en verder uitgewerkt door hem, zoals ik die gisteren geplukt heb komende uit het gedachtenveld van iemand voor mij. Zo zullen anderen na mij, ideeën putten uit mijn velden.
Is dit dan het bewijs van onze onsterfelijkheid? Want wie of wat zijn we eigenlijk? Het is niet ons lichaam, dit is ons uiterlijk, dit veroudert en sterft; maar innerlijk, wie zijn we als het niet onze gedachten zouden zijn?
Als het niet zou zijn de wijze waarop we kijken op onze aanwezigheid hier op aarde en de aanwezigheid van de aarde in de Kosmos?
Als ik dit schrijf dan redeneer ik als geïntegreerd deel van de Kosmos, dan is het, het deel Kosmos in mij dat nadenkt over wie of wat de Kosmos is of, de Kosmos zelf die zich vragen stelt over zijn eigen bestaan. Dit is wat ik afleid uit de stelling van Julian Barnes die ik onderschrijf: de Kosmos, het Universum is een peinzend iets, is ‘je pense donc je suis’. En wij, de peinzende mens zijn er om dit te bewijzen. Dit is de rol die we te vervullen hebben.
Ik verontschuldig me bij jullie met deze woorden die je te verorberen krijgt, bij enkelen zelfs, komende uit de nacht en vóór hun ontbijt. Anderen krijgen dit zo maar, verwacht of totaal onverwacht, voorgeschoteld terwijl ik er een ganse morgen heb aan gewerkt, vertrekkende van, ja van waar? Wellicht van de eerste dagen van mijn bestaan als ‘je pense donc je suis’, de dag van mijn geestelijke ontplooiing, mijn geestelijke ontpopping.
Moet ik verder gaan vandaag, is wat er geschreven staat voor de dag van 21 oktober 2021 niet voldoende om je dag te vullen, om je namiddag te kleuren terwijl de zon ondergaat?
Ikzelf heb me niet verveeld, geen fractie van een ogenblik had mijn leeftijd vat op mij, ik schreef, drijvend als een gedachtenwolk, boven de aarde, zoals op het schilderij, hierboven in de tekst ingekaderd, van Johan Souffriau. Het komt uit zijn ‘schilderdagen’, terwijl hij nu een metaal bewerkend bedrijf leidt.
Hem heb ik leren kennen via zijn vijver, die een stuk van mijn dagen werd, voor hem een groot stuk van zijn leven.
Uiteindelijk, moraliteit: onze gedachten horen tot de Kosmos.
|