‘Before you start, look at the audience and wait till there is no sound left, till you can hear absolute silence. Then it’s you who dominates them, and your nerves will be gone and under control. You’re in command and you’ll stay in command.’
Een wijze raad die ik heb gevolgd in de tijd die nu ver achter mij ligt als ik het woord nam bij een of andere gelegenheid.
Ik weet echter dat ik die nu niet meer nodig heb, Ik geef geen toespraken meer, ik zou trouwens niet meer kunnen, mijn stem verloor haar kracht en mijn adem zou te lange zinnen, een specialiteit van mij, niet meer kunnen volgen. Ik ben dus, op dit gebied, gehandicapt en ik aanvaard het. Als ik dus deze korte tekst hier heb overgenomen dan is het omdat hij dienstig kan zijn voor jullie. Vanwaar hij komt weet ik niet, maar dat hij heel nuttig is om in grote omstandigheden na te volgen weet ik wel.
Ik ben hiermee in ander vaarwater gekomen, iets wat Dante ook signaleerde als hij overstapte van de Hel naar het Vagevuur, een overstap die heel wat dieper reikte dan mijn sterk uiteenlopende dagelijkse beschouwingen. Dantes beschouwingen echter, zijn qua inhoud, niet meer aan de orde. Als we hem lezen, als we hem volgen in zijn tocht door Hel en Vagevuur en vooral Paradijs, willen we vergeten waar we ons bevinden als het niet binnenin zijn woorden zou zijn, binnenin het ritme ervan, de kleur ervan, het verhaal van de personen die hij er ontmoet, maar de plaats zelf wordt niet meer ervaren als een mogelijke bestemming. De Verlichting heeft er voor gezorgd dat de plaatsen bezocht door Dante spookplaatsen geworden zijn, het gevaar terecht te komen zijn Hel of Vagevuur is geweken, alles is nu, het Niets van het Niets geworden of het Rijk van de triomferende geest. Twee mogelijkheden die openstaan: het alles vernietigende, of het meer sprekende dan de Hemel.
De gebieden die Dante afliep als werkelijk bestaande - velen dachten dat hij bruine vlekken in zijn gezicht had opgelopen - zullen zeker tot nadenken hebben geleid, des te meer hij uit de Hel is teruggekomen met tal van verzoeken die hij te volbrengen had eens terug op aarde. Of hij die achteraf gedaan heeft - hij heeft tijd genoeg gehad tijdens het schrijven van zijn Purgatorio en Paradiso - betwijfel ik.
Hij overleed in Ravenna op 14 september 1321 (we naderen de 700 jaar) kort na zijn terugkeer uit Venetië. Het verhaal gaat dat door zijn zoon Jacopo werd vastgesteld, dat de laatste dertien canti van zijn Paradiso ontbraken.
William Anderson[1] in zijn ‘Dante the Maker’ schrijft hierover dat acht maanden na de dood van Dante, de zoon Jacopo een droom had waarin, rond twee uur in de morgen, zijn vader verscheen gekleed in een wit gewaad en met een lichtend gelaat. Jacopo vroeg zijn vader of hij leefde en zijn vader antwoordde: ‘ja, maar ik leef in het echte leven, niet dat van jullie.’ Dan vroeg hij hem of hij zijn gedicht had beëindigd en indien dit zo was waar het ontbrekende deel was. Dante in de droom leidde zijn zoon naar de kamer in een ander huis die hij gebruikt had als slaapkamer in zijn leven ‘and touching the wall pointed it out as the place where he should look. Jacopo woke up, fetched Piero di Giardino and went to the bedroom which was in another house. At the place indicated in the dream they found a mat fixed to the wall. On removing the mat, they found a manuscript coated with mould from the damp wall and on brushing the mould off they discovered the missing thirteen cantos. They were overjoyed and, copying them out, sent them to Can Grande, following the habit of Dante who had published the other cantos in this way’.
The story, zegt Anderson, is not impossible.
Het kan, een droom die de waarheid onthult - ik ook droomde deze morgen over het plotse, grote succes van mijn blogs - niets zegt ons echter over het tijdstip waarop de laatste dertien gezangen werden geschreven en verborgen.
Waren de resterende gezangen volledig afgewerkt en gebeurde het verbergen vóór zijn vertrek naar Venetië, of bleef nog een gedeelte ervan te schrijven of te herzien, en gebeurde dit pas, na zijn terugkeer en dus tijdens zijn ziekte, en werden ze pas, nadat Dante ze had afgewerkt, opgeborgen omdat hij de gelegenheid niet meer had de tekst ervan te overhandigen aan zijn zoon?
Met tal van vraagtekens dus die eeuwig blijven zullen en waarvan ik gemeend heb gebruik te mogen maken om mijn blog van vandaag te besluiten.
Het over nadenken waard.
[1] ANDERSON William: ‘Dante the Maker’, Routledge & Keagan Paul, London, 1980
|