Alles samengenomen, nu ik hem gisteren aanhaalde, is mijn kracht, is mijn literatuur, Dante geïnspireerd.
Wat ik er over zeg of schrijf, ook als ik hem maar even vermeld, ik ken de vreugde te werken aan iets waar hij bij betrokken is; ik ken de vreugde vast te stellen - en ik denk dankzij hem - hoe mijn blad zich vult, hoe mijn geschriften opschuiven. En wat meer is, ik denk, maar wie ben ik, dat ik hier en daar zinnen heb neergezet die inhoud hebben en die zeker even ver reiken als wat ik lees omheen mij. Zinnen die ik heb ingebracht, of dan toch de ‘hij’– het kan ook Dante zijn - die over mijn schouder heen toezag op wat ik schreef.
Dit gevoel alleen geeft inhoud aan wat ik doe en hoop te blijven doen.
Zo ken ik de drang die me elke dag aanzet om te herbeginnen met een nieuwe tekst, weet ik zelfs niet meer hoe het is, niet of niets te schrijven; is er blijvend, het ongeschreven blad, boek zelfs, dat in mijn gedachten woont; dat ik aarzel om vorm te geven, of aan te vullen wat ervan al geschreven staat, er verder aan te werken, en de tijd dringt om het te doen.
Ik herinnerde me en zocht het op hoe Dante dit formuleerde in de aanvang van zijn ‘Vita Nova’:
‘In het boek van mijn memorie, waar er voorheen heel weinig te lezen stond, bevindt er zich toch een rubriek die zegt: Incipit vita nova. En hierin staan woorden te lezen die ik nu zo goed mogelijk in dit boekje ga overschrijven en zijn het niet alle woorden dan toch de essentie ervan’ [1].
Jullie raden het al, het is duidelijk dat dit ook mijn bedoeling is, telkens te gaan putten uit die geborgen ‘rubriek’ in mij, waar alles al opgetekend staat en die ik nu slechts (!) heb over te schrijven.
Maar over zijn ‘Vita Nova’ zijn ‘Nieuw Leven’ heb ik iets in meer te vertellen, iets dat, bij mijn weten, nog niemand heeft opgemerkt, namelijk de reden waarom hij plots zijn ‘Vita Nova’ laat vallen om iets anders, iets veel belangrijker te beginnen, namelijk zijn ‘Commedia’, echter na een studie die hij te doen had.
Velen die weinig met Dante te maken hebben zullen eraan voorbij gaan, echter als er specialisten zijn, ‘Danteïsten’, die je geschriften lezen, en er zijn er, moet je heel voorzichtig zijn met wat je vooropstelt. En voorzichtig wil ik zijn.
Ik houd dit dus nog even, als zijnde geschreven staande en el libro de la mia memoria.
Eens, me kennende, komt het toch.
[1] In quelle parte del libro de la mia memoria dinanzi a la quale poco si potrebbe leggere, si trova una rubrica la quale dice: incipit vita nova; sotto la quale rubrica io trovo scritte le parole le quali è mio intendimento d’asemplare in questo libello; e, se non tutte, almeno la lore sentenzia.
|