Zo deze morgen was hij opgestaan uit een droom, hij wandelde met vader over de boomgaard met de afgevallen peren en appelen in het gras die roken naar cider. En hij voelde zich licht en gelukkig en hij bleef maar zeggen, mijn vadertje, mijn vadertje, alsof hij in die twee woorden al zijn geluk leggen kon.
Hij denkt dit is een morgen om een gedicht te schrijven. Om de zin: ‘in de vlakte van de geest wachten vele zaden om te kiemen’, die al dagen in hem in beweging is, uit te schrijven.
Het zijn zaden die herinneringen zijn, opgesloten in het woud van zijn verre jeugd, waar vader zo dikwijls in voorkomt. Hij weet dat de woorden eens komen zullen, morgen of later, dat ze zich nu aan het voorbereiden zijn en ineens zullen opduiken.
Omdat hij ook alles wenst op te tekenen, omdat hij bezeten is zijn gedachten neer te schrijven, bezeten is om al wat in hem ontstaat te bewaren, te planten. Woorden in een woud van woorden, een ondoordringbaar woud van woorden dat blijven zal, strak en onbewogen als hij er niet meer zal zijn.
Hij ziet in een flits de ruimte van de kamer zonder hem, de boeken op elkaar gestapeld op de tafel, in de rekken, de schilderijen, de tekeningen, de PC, de vele dingen die hem omringen, alles zonder hem, zonder zijn lichaam er over gebogen of er langs wandelend,, zonder zijn stem, alles levend nog, ademend nog, maar leeg van hem.
Droom man, droom maar verder, de dag komt dat alles leeg zal zijn van jou en hoop dat je woud van woorden nog een wat blijven zal.
Koester je herinneringen voor een tijdje nog, vertel ze, hang ze buiten op een wasdraad zoals moeder het linnen buiten hing in de zon, destijds. Nu je weet en gisteren nog ondervond dat je lichaam aan het aftakelen is en ook, wat erger is, dat de geest bijwijlen je in de steek laat als je zoeken gaat naar een naam of naar een zin die je las of naar een concerto dat je hoorde.
Maar je weet nu, dat telkens een herinnering je overvalt, het een herinnering is aan een gebeuren dat je heel bewust heb beleefd. En dat het enkel dergelijke herinneringen zijn die nog in detail herop geroepen kunnen worden.
Zo, oude man, koester ze, het is het enige dat je nog overhoudt.
|