Ik ben, zoals Dante terug van een tocht die hij in gedachten maakte, ik maar van een uitstap. Heb dus terug grond onder de voeten en ga ik waar ik ga dat niet de wolken zijn. En doende wat ik doe, heb ik mijn gevecht te leveren tegen mezelf, ikzelf die me ontmoedigen wil, die me voortdurend wijst op het nutteloze van mijn inspanningen, mijn ik dat enkel tevreden is als ik de pen laat liggen. Maar er is de schrijver in mij die verder wilt en vol houdt.
En ik wil hem begrijpen. Onderaan de titel van het tijdschrift ‘Le troisième Millénaire’ heb ik gelezen, gedrukt in kleine letters: ‘de l‘homme en devenir’, van de mens in wording. En zo is het wellicht ook, de schepping is amper begonnen, ze loopt dwars door de mens heen, hij wordt verder bewerkt, hij wordt bijgeschaafd naar wat hem verder moet voeren op de weg naar het ‘er meer zijn’, de enige weg die er is.
En dan komt de vraag: is dit ingeschakeld zijn in de evolutie van het Universum een deel van de waarheid? Is dit doordringen tot een meer Dasein, de weg die voor de mens is weggelegd en dit na het overschrijden van de drempel, duizenden eeuwen terug, tot een zelfbewustzijn; en wacht ons een verder doordringen, ditmaal tot voorbij dit zelfbewustzijn, tot het punt waar dit van de mens samenvalt met het zelfbewustzijn van het Universum? Kan dit geen nieuwe dimensie betekenen waar de mens-in-wording heen moet?
IK denk - maar ik denk al een heel leven - dit is onze opdracht of een deel ervan, namelijk in de voetsporen van een Universum in evolutie, dichter komen, maar precies tot wat, weten we nog niet. Maar, wel begrijpen dat we ingeschakeld zijn in het evolutief karakter van dit Universum, het zichtbare, echte imago van de God die we zoeken?
Is dit de opdracht die ingebakken zou zitten in onze genen?
Zo, streef mens, en heb er geen zorg mee waar je uitkomen zult. Op een dag zal je, zonder het te beseffen een nieuwe drempel overschrijden, zul je, zoals Dante, de zevende hemel, deze van Saturnus en de contemplatieven, binnentreden en het Licht aanschouwen, om te bereiken wat vandaag nog een wereld verwijderd ligt.
En ik ken maar al te goed de zin van Leo Apostel, de vrijdenker-vrijmetselaar die onlangs een oude vriend van Apostel te berde bracht in een gesprek:
Indien ik enkel zinloosheid aantref dan nog zal ik pogen woestijnen tot vruchtbaar land te maken ... ook al is er geen objectief vaststelbaar doel dan toch werk ik van uit de objectieve gegevenheid van zin.
Een objectief vaststelbaar doel is er niet, of is nog niet zichtbaar. Maar het is niet het zichtbare dat het leven is, het is het onzichtbare dat zin en inhoud heeft. En Apostel vermoedde duidelijk de aanwezigheid van bestaan van zin erin.
Het leven hier op aarde kent een doel, anders ware de 'denkende' mens er niet.
|