Waarom duikt het A.Z. Maria Middelares ineens op in mijn geschriften? Wel, als je het weten wilt, in alle bescheidenheid, ik was tot mijn zeventigste, lid van de Raad van Bestuur van het Ziekenhuis dat later, ver na mij, is uitgegroeid tot het Ziekenhuis van nu. Mijn bijdrage hiertoe in een beginfase, is heel beperkt geweest, heeft hoogstens geleid tot een goede verstandhouding tussen de Raad van Bestuur en het Geneesherenkorps en, als ik deel heb gemaakt van de Raad dan was het omdat ik was wie ik was en me bevond op de plaats waar ik me bevond om gevraagd te worden. Lid van de Raad van Bestuur is voor mij van een grote betekenis geweest, evenwel, als ik dit hier vermeld is het van weinig of geen betekenis om, in het kader van mijn blogs, erdoor geïnspireerd, mee verder te gaan.
En ook, hoe de Raad van nu mijn bijdrage van toen ziet, heeft evenmin belang, wat wel belang heeft is, hoe jullie me zien vandaag in de laatste fase van mijn leven. Wie ben ik voor jullie, bekende en onbekende, die me dagelijks bezoeken. Zo talrijk zijn jullie nu ook wel niet, maar schijnbaar verveel ik jullie nog niet, wat evenwel geen zekerheid biedt voor de toekomst.
De toekomst waar ik best niet aan denk, want als ik er niet aan denk dan heb ik nog tal van dagen voor mij. Als ik er niet aan denk dan zie ik me doorgaan met het werk dat me nog wacht en dat ik al eens omschreven heb in vorige blogs, wat al een succes zou zijn.
Als ik er dus niet aan denk, weet ik dat ik dit nog afwerken kan, echter als ik er wel aan denk, als ik me zie als bezig zijnde in de laatste fase van mijn leven, dan weet ik dat ik er niet komen zal. Ik heb dus wijselijk gezien, geen keuze. En ik wil het daar bij laten.
Ik had een vriend in de Bank, zijn naam was Van Steenkist. Als zijn naam gevraagd werd voegde er altijd aan toe, ‘optimist tot in de kist’. Ik weet niet, in detail, hoe hij gestorven is, maar zeker niet in vol optimisme als ik hoor hoe hij door de ziekte toegetakeld werd.
Geen lijfspreuken dus voor mij, zelfs geen wachten op wie of wat ook. Eenvoudigweg verder gaan en zien wat komt naarmate het gordijn van de dagen zich open schuift. Zo lang het zich blijft openen is er leven, is er toekomst, kan ik verder in de perfecte richting naar mijn punt in de tijd dat ik als het punt van de voltooiing wil kenmerken. Dit punt kleurt nu mijn optimisme in. En dit volstaat me, want het houdt in dat mijn werk af zal zijn. Het inzicht dat het gordijn zich verder zal blijven openen, tenminste tot ik klaar ben met alles.
Wat ik nog vermelden wou en vaste datum wil geven in het vooruitzicht van 2022: de kweepeer staat in bloei en wacht op de bijen om bevrucht te worden, zoals ik elke morgen wacht op de geest die in den beginne was.
|