Ik ben nu druk bezig mijn blogs van 2017 te overlopen en, waar nodig, bij te schaven of zelfs sommige volledig te ‘deleten’. Ik stel vast dat mijn verrassing even groot is als de morgen dat ik, me per mail gestuurd door Dominique, de dochter van een overleden vriend, een foto ontving van mezelf als jonge man met op de achtergrond de silhouet van Stonehenge; wel wat ik nu lees, komende van vier jaren terug, is even verrassend, niet zo zeer wat ik te lezen krijg maar dat, wat ik nu in 2021 aan het schrijven ben, in feite niet nieuws is maar zich duidelijk situeert in de verlenging van de gegevens van 2017. Ik ben, met uitzondering van de toestand - de pijnen - van mijn lichaam, dezelfde gebleven. Een geruststelling, maar misschien ook het teken dat ik gekomen ben op het einde van mijn rol en het goed is af te remmen, wat ik nu doe, en te hernemen, te solideren wat ik voorheen geschreven heb.
Echter, het gebeurt dat ik tussendoor, gelegen tussen de lakens, Plato’s Crito lees en hoor hoe Socrates denkt over de Hades en dat hij er niet wil rondlopen met beschaamde kaken, dus dat hij de noodzaak ziet zijn straf te ondergaan, en dan realiseer ik me dat de Hades voor Plato en Socrates een plaats was die werkelijk bestond.
Dante ook, die in feite nooit uit mijn gedachten is - en nu zeker niet - moet geloofd hebben in het bestaan van de Hel. Hij nam alle vrijheid deze te beschrijven zoals hij ze in zijn verbeelding zag. Hij schreef erover zoals om het even welke schrijver, met een grondige(!) kennis van zaken er zou over schrijven, uitbundig, losgelaten, maar beheerst en overtuigend. Zijn probleem was, zo beweerde hij toch achteraf, om te zetten wat hij had gezien en gehoord in een magisch woordenspel. Hij was de maker, was de vinder, was de heerser over de Hel, ongebreideld en onovertroffen.
En toch een vraag die ik me stel, waren er vóór hem verhalen over Hel Vagevuur en Hemel die Dante zou kunnen gekend hebben?
In de proloog bij mijn Italiaanse versie van het Inferno[1], schrijft Bianca Garavalli dat er anderen dan Dante doorgedrongen zijn tot de Hel en de Hemel:
‘Una delle più antiche è la visione de Tugdalo, che risale(teruggaat tot) al XII secolo[2]. Deze Tugdalo stond bekend als zijnde iemand die voorbestemd was om te zondigen. Op een dag heeft hij een zo grote woedeaanval dat hij voor dood neervalt. Drie dagen erna opent hij terug de ogen en beweert hij de negen cirkels van de Hel, vol verdoemden, te hebben bezocht en daarna een plaats waar de geesten verbleven die noch slecht noch goed waren geweest, om daarna het Paradijs te bereiken dat hij beschrijft als een hemelse stad (una città celeste). Bianca Garavalli noemt het een mogelijk geval van NDE, Near Death Experience.
Maar ze heeft ook nog kennis van een Arabische bron, Il Libro della Scala (ladder) di Maometto waarin een anonieme auteur vertelt over de reis van Mohammed, eerst naar de Hemel en daarna naar de Hel, geleid door de aartsengel Gabriel, (ook Tugdalo had een engel als gids). Heeft Dante deze verhalen gekend, heeft hij er zich aan gespiegeld, is de idee een Commedia te schrijven over Hel en Vagevuur en Paradijs hieruit ontstaan? Het zou heel goed kunnen. Later hebben we ontdekt wie die anonieme auteur was, maar dat is een ander verhaal.
Trouwens indien het zo was dan is het toch Dante geweest die zijn tocht op zijn manier en met zijn woorden heeft verteld. Hiervoor bediende hij zich van alle mogelijke getuigenissen uit zijn tijd en uit de tijden voor hem die hij dan vond bij Vergilius, bij Ovidius bij tal van andere schrijvers.
Hij vulde zijn Hel met alle zonden[3] van de wereld en met al wat hij wist over personen die hij kende, over anderen waarvan hij wist dat ze geleefd hadden en hoe ze geleefd hadden, komende uit de Bijbel, uit de Evangeliën, uit de mythologie van alle volkeren, uit zijn omgeving. Al deze gegevens waren voor hem een bron van informatie waaruit hij onbelemmerd putten kon.
Kunnen we dan het hem kwalijk nemen dat hij niet de enige/de eerste was die een - ik veronderstel fictief - bezoek bracht aan een van de plaatsen waar we lange tijd verwacht zijn geweest?
[1] Note di Lodovico Magugliano, introduzione di Bianca Garavelli, Superbur Classici, 2001
[2] Inferno: Per leggere la Commedia, pag 11.
[3] Wat de classificering van de zonden betrof steunde hij zich op Aristoteles
|